Ook morgen schijnt de zon.

Fin de Camino

We hebben een herbergje bij de kerk, of beter gezegd een kerkje want groot is het zeker niet. Ervoor ligt een pleintje van zo’n 10 x 10 meter. Er staan 3 tafels met wat stoelen en een parasol en daarmee is het pleintje ook meteen voor de helft bezet. De zon schijnt nog en we besluiten nog wat uit te rusten, genietend van een vers glas zumo de naraja (jus d’orange) Dat smaakt me goed, in tegenstelling alles wat ik eerder had willen eten. En appel gaat er ook nog in.

Daar knap je van op. Na een tijdje gaat het dan toch weer regenen en is het tijd voor wat huishoudelijke zaken.

Renee en ik besluiten niet in de herberg/café te eten. We vinden een ander eettentje 20 meter verderop. Met een menu del perigrino, da’s voor ons dus. Voor nog geen tientje een 3 gangen menu met een glas wijn. Het wordt een salade mixta en een pasta carbonara voor mij. Het is perfect maar meer dan ik op kan. Om 9 uur zijn we klaar en gaan weer terug naar de herberg. Om de hoek gekomen zien we dat het “terras” van het plein is verwijderd en is ingenomen door de plaatselijke bevolking en fanfare. Het is dus tijd voor opnieuw een processie. Het is goede vrijdag, de dag dat Jezus werd gekruisigd (krijg ik uitgelegd). Maar wat daar goed aan is blijft voor mij een raadsel.

In het midden van het plein staan weer misdienaars (?) met witte en zwarte puntmutsen te wachten. We hebben die ook al vaker in de andere dorpjes gezien. Het is een vreemd, of beter akelig gezicht. Maar het heeft iets te maken met de goede en slechte dood krijg ik opnieuw uitgelegd.

Het duurt even voordat de groep iets van een opstelling in neemt. Het staat uiteindelijk op zijn plek, sjokt wat naar voren en de fanfare begint te spelen. 5 meter verder staan ze weer stil en valt er hele opstelling weer uit elkaar. Maar aansluitend volgt het volgend spektakel. In de deuropening van het kerkje staat een draagbaar met daarop een beeld van Jezus die het kruis draagt. Onder de draagbaar staan dragers, niet zichtbaar, uitgezonderd een paar sportschoenen. Voetje voor voetje schuifelt de baar door de deuropening naar buiten. Daarbij geholpen door omstanders die voor 99% zeker roepen dat ze moeten zakken want het kruis raakt de bovenkant van het deurkozijn. Met veel geduld en beleid komt het hele geval buiten de deur, begeleid door trompetter- en trommelmuziek van de fanfare. En zodra ze buiten staan is er luid applaus.

Het is ondertussen toch al half tien en Renee en de andere pelgrims volgen het spektakel vanuit de gezamenlijke ruimte op de 1e verdieping van de herberg. Daar zijn ook de 3 slaapruimte voor 8 personen. De ramen liggen aan het pleintje, dus slapen heeft nog geen zin. Ik ga ook maar naar boven want niemand weet hoelang dit nog gaat duren. Maar iedereen vindt het een geweldig schouwspel ons het genot van de fanfare. Maar snel gaat het niet dus ik waarschuw mijn mede pelgrims dat het nog wat wordt als ze het hele geval wat later op de avond ook weer achteruit moet inparkeren.

Na nog een half uurtje kruipen we toch maar onder de wol, morgen weer een dag. En als we net in bed liggen en de lampen uit zijn begint de fanfare weer uit volle borst te spelen. We zien het niet maar de processie vertrekt waarschijnlijk voor een rondgang door het plaatsje. En als het weer stil is, de muziek had overigens wel wat, vallen de meeste in slaap.

Totdat de processie de route heeft volbracht. Onder luid getrommel en trompetmuziek komt de stoet weer aan op het pleintje voor de herberg. Het zit erop en de baar kan terug de stalling in, klaar voor volgend jaar. Nadat het weer rustig slaap ik snel weer in. Totdat later de fanfare uiteindelijk ook vertrekt. Onder vol volume natuurlijk. Vanaf dan blijft het rustig.

Om 07.00 uur is iedereen weer wakker en snel uit de veren. Vlug de tas inpakken en op weg naar een kop koffie en een broodje. Die vinden we verderop in het dorpje. Daar is het al druk met een groep Spaanse wandelaars. We nemen een plekje aan de bar en krijgen koffie en een broodje met jam, Renee vraagt me of het weer gaat. En het gaat inderdaad wat beter maar ik krijg nog met moeite het brood naar binnen. Maar dat zal moeten want zonder eten wordt het niks.

Na ons ontbijtje is het even zoeken hoe we het dorpje moeten verlaten maar we vinden de route naar Santiago weer. Buiten het dorpje komen we voorbij de plaatselijke arena voor stierengevechten. Die hebben ze zelfs in dit gehucht. Net als een groot veld met zonnecollectoren. Vermoedelijk met een subsidie van de europese unie, vermoed Rene. Even verderop bewaken 2 enorme loslopende schapen-honden een groepje schapen. We moeten er voorbij en ze laten ons met rust. Het gaat goed en we gaan verder via poorten verder door een prachtig natuurgebied. In het gebied lopen varkens vrij rond en we komen er diverse tegen.

Het is er mooi en enigszins glooiend. Dat gaat goed maar er volgt weer een kleine klim. En opnieuw red ik het niet zonder diverse keren te stoppen. En dat is niet goed.

Na de klim zet het me opnieuw aan het denken. Ik ken dit niet. Dit mag geen probleem zijn maar is het wel. Te serieus om te negeren. Ik ben blij dat Renee in de buurt is maar die loopt vandaag waarschijnlijk toch al verder dan ik. De weg is nog lang en er komen gegarandeerd serieuzere klimmen als die van de laatste dagen. En ik ben niet van plan ergens echt een keer neer te vallen. Als ik eerlijk ben wordt het deze keer niets en ik ga de ultieme grens niet opzoeken.

En zo lopen we de etappe naar het volgende plaatsje af, genietend van het uitzicht met zelfs redelijke goed weer.

In het dorpje vinden we zoals gebruikelijk snel een cafeetje. Ook hier is het druk met Spaanse wandelaars. Koffie en een zumo voor mij, voor Renee nog een boterham. Waar ze het laat snap ik niet. Wat later wil ze verder en neemt ze afscheid want ze wist al dat ik deze etappe toch al wilde opsplitsen in 2 delen. Maar ik vertel haar dat de Vía de la Plata voor mij hier eindigt.

Ik begrijp het niet maar denk dat dit de beste keuze op dit moment is. Ik ga naar huis.

Un otra vez!

¡Buen camino!





Maar er zijn ook dagen met dieptepunten.

be

Na de kop koffie besluiten we terug te gaan naar de herberg. Een eigen kamer met airco dat heeft zo zijn voordelen. Het is ondertussen namelijk weer gaan regenen en ik kan mijn spullen niet buiten hangen. In de kamer drogen ze ook niet. Totdat ik de airco bekijk. En de lamp in de kamer. Het is even richten met de airco maar ik krijg de windstroom richting lamp gericht. En even later hangen mijn pet en handdoek vrolijk door mijn kamer te wapperen. En als deze droog zijn gaan mijn shirt en hemd er achteraan,

Zodra het weer wat opklaart zijn ook de ooievaars op de kerktoren weer paraat en staan vol uit te klapperen. Gevolgd door een moeilijk standje op de nok van het dak ernaast. Succes ermee.

Als we willen gaan eten horen we de fanfare. Die loopt door de straatjes en er zal dus wel iets te doen zijn, een processie is onze verwachting. En de fanfare staat inderdaad bij de kerk. Binnen is het druk en er staan 5 gigantische draagconstructie ( of hoe heten die dingen?) met Mariabeeld. Er zal naar verwachting om half zeven een stoet door de straten gaan trekken. Maar helaas om 8 uur nog altijd geen actief en we besluiten om maar een menu del dia te zoeken. En terwijl we zitten te eten blijkt de processie niet door te gaan vanwege het weer.

De volgende ochtend heb ik mijn spullen snel ingepakt. Ik heb met Renee afgesproken om samen te ontbijten en daarna de volgende etappes van het routeboek te gaan doen. Omdat ik meestal sneller loop is het niet zeker of we de hele weg samen zullen lopen. Ik neem 2 koppen koffie en wat brood maar ik krijg geen hap door mijn keel. Uiteindelijk heb ik het brood met ham maar laten inpakken voor onderweg. Ik reken €3,50 af, Renee €1,50 voor een grote kop koffie en een broodje jam. Die prijzen van tegenwoordig toch ook!

We gaan op pad en ik volg Renee. Ze is verbaasd dat ik haar niet voorbij loop maar het tempo bevalt mij prima. Veel sneller lukt me toch niet. Als ze even een sanitaire stop maakt ben ik haar kwijt. De weg loopt via een openbare weg met érg weinig verkeer. Het glooit wat en ik wil eigenlijk na 2,5 uur al een keer stoppen. Na 16 kilometer vind ik dan een “rustplekje” op een muurtje langs de weg. Even later volgt ook Renee weer. Zij eet wat en ik krijg nog altijd niks naar binnen. Mijn maag lijkt van streek en het lukt me uiteindelijk om een bakje yoghurt naar binnen te werken. Een kopje thee van Renee er achteraan. Voor de rest beperk ik me maar tot wat water. De hele route is er vandaag niks onderweg te krijgen, geen rustpunt, ook geen water punt. Je moet dus zelf alles meenemen.

Na een poosje verlaten we de weg en gaat de route via een mooi natuurgebied naar onze eindbestemming. Ik krijg behalve water nog altijd niks binnen. De route is enorm mooi en afgezien van een klein buitje redden we het ondanks de slechte voorspellibgen zonder regen vandaag. Een grote meevaller.

Maar ik zit niet lekker in mijn vel. Het lopen gaat me niet goed af en ik voel me beroerd. Mijn rugzak is me te zwaar, ook omdat we onze extra water en eten ook zelf moeten meenemen. Kortom, het is afzien voor mij en de lol is er op een gegeven moment vanaf. Net voordat we het dorpje bereiken moeten we nog een steile berg beklimmen. Steil, maar niet erg lang. En we beginnen er maar aan op zoek naar een slaapplaats. En daar komt mijn grootste tegenvaller van de wandelingen tot op heden. Ik heb een kleine 10 rustpunten nodig om boven te komen, terwijl Renee gewoon naar boven loopt. Onderweg stopt ze een paar keer omdat ze zich ongerust maakt, zeker als ze voorbij een bord komt van een gestorven Franse jongen op deze heuvel. Ik ben doodop en kom iedere keer niet verder dan een paar stappen. Uiteindelijk red ik het en val neer op een muurtje en verlos me van mijn rugzak. Dit nooit meer!

Ik voel me hondsberoerd en ben écht bekaf. Ik, die sneller loopt als een ander en nooit moeite heeft gehad met een zware rugzak. Maar hier sneuvelen ik. Renee is zeer bezorgd en probeert me te helpen. Ik begrijp er niets van. Maar ik kan niet anders dan maar proberen wat te rusten en weer op kracht te komen om de afdaling naar het dorpje te kunnen maken. Renee loopt alvast vooruit en wil vragen of ze een auto kunnen sturen. Het laatste wijs ik toch maar af en na nog wat rusten begin ik ook maar aan de afdaling. Ik ben blij als ik in het dorpje ben. De herbergier verwijst ons zonder inschrijven naar de slaapvertrekken en ik plof op bed. Renee trakteert me nog op een verse jus d’orange en ik val in slaap. Na een half uurtje ben ik dan toch weer wat opgeknapt. Een douche er achteraan en ik voel me weer een beetje mens.

De zon schijnt en we gaan maar op het terrasje voor de herberg zitten. Ze heeft zelf een hele planning hoe ze Santiago zal bereiken. Maar zelfs met haar planning red ik Santiago niet voor 23 mei, de dag dat ik terug moet! Dat wordt hem dus niet dit jaar en eigenlijk boeit het me ook niet. Ik had al aan Wilma aangegeven dat dat zeker niet mijn doel zou worden. Als we de etappes bestuderen zal het dit jaar zeker niets worden omdat de meeste etappes kort (20 kilometer) zijn. Een enkele is echter weer meer dan 30 tot zelfs 45 aan toe. En meer dan 30 kilometer ga ik niet (en kan ik nu ook niet) lopen. Aanpassing van de etappes gaat ook niet lukken want er zijn geen voorzieningen onderweg of dorpjes met slaapmogelijkheden. Er zijn, en daar heb ik me dus in vergist, geen aanpassingen mogelijk.

Maar goed. Ik ben weer wat opgeknapt, heb mijn wijffie gesproken. En ook mijn moeder omdat mijn vader vandaag eigenlijk jarig zou zijn. En ik kan weer verder, ik zie wel hoe het gaat lopen.

Maar tot slot wil ik zeker Peter heel veel sterkte wensen met het overlijden van Wil.

¡Buen camino!

En zo gaat er weer een dag voorbij.

‘s-avonds leer ik Renee kennen. Ze komt uit Nederland en dat schept meteen een band, net zoals met bijna de rest van de herberg gasten. De meesten komen uit Nederland en daarnaast is er een man uit Italië en een vrouw uit Zuid Afrika. Die laatste is overigens na 1 dag de rest van haar reisgenoten al kwijt. Ze is namelijk vooruit gegaan omdat ze een kwetsuur of zo had. En ze heeft 2 telefoons en nog kan ze niemand bereiken. Ze heeft ook 2 rugzakken, of beter 1 rug- en een buikzak. Ze ratelt aan een stuk door en weet duidelijk niet waar ze aan begonnen is.

Ik ga met Renee eten. We vinden een tentje waar een dagmenu € 7,= kost, 3 gangen menu met volop keuze. We raken aan de praat en ik leg uit waarom ik loop te wandelen. Ik ben geen wandelaar maar wil met teveel uren een grote afwisseling van mijn werk. Zij is al gepensioneerd en een echte wandelaarster. Ze blijkt uit Eindhoven te komen. En ze blijkt kennissen in Vught te hebben . . . In de Boxtelseweg nota bene. Ze vind het werk er lang duren.

Ik heb haar een en ander maar uitgelegd en afgerond. Ik ben hier tenslotte ook om mijn werk te vergeten. Uiteindelijk rekenen we samen € 19,= af voor het eten én drinken.

De volgende morgen zijn we allemaal om 7 uur wakker. Er wordt wat gegeten en koffie gedronken. Om half acht ga ik op pad. Het weer voorspelt niet veel goeds. 60% kans op regen en ook onweer. Dat is overigens ook de voorspelling voor de komende 7 dagen. Maar het is nog bijna droog en alleen mijn rugzak krijgt zijn regencape. Op pad dus, samen met de Italiaan. Eerst nog even langs de bakker voor een pelgrims pakket want onderweg is er verder niks meer te krijgen. Geen voorzieningen, geen afdak, geen rustpunt. In één keer naar het volgende dorpje, 18 kilometer verderop. En ook het pelgrimspakketje kan ik vergeten want de bakker is nog niet geweest.

De route staat in het begin onduidelijk aangegeven omdat er wat pijltjes vervaagd zijn. Mijn Italiaanse metgezel is echter in het bezit van een beschrijving via zijn telefoon en is in staat bij wat Spanjaarden de juiste route na te vragen. Samen gaan we het dorp uit en volgen de route over een geel kleipad dat tussen de sinaasappel-gaarden door gaat. We hebben het in gebrekkig engels-spaans over koetjes en kalfjes. Het is hem gisteren blijkbaar niet ontgaan dat ik wat stevig door loop. We moeten vanwege het smalle pad achter elkaar gaan lopen waarna hij uiteindelijkuit het zicht verdwijnt. Ik loop weer alleen met ver voor mij nog 3 andere pelgrims.

Het weer wordt slechter en na verloop van tijd wordt het dan toch echt tijd mijn groen-gele bungalowtent, beter bekend als poncho, voor de dag te halen. Ik heb een hekel aan dat ding. Want je wordt er niet nat van door de regen maar door het zweet dat je hebt. Probeer zelf maar eens 15 kilo op je rug te hangen en doe dan een vuilniszak over je heen. Even lekker bewegen, trap op en af, en je weet wat ik bedoel. Ik stop dus even onder een olijfboom om het ding om te doen. Mijn jas uit en poncho aan. Als ik klaar ben zijn ook de 3 andere pelgrims voor mij uit het zicht verdwenen en sta ik alleen op een pad tussen olijf- en sinaasappelbomen. De omgeving is mooi, het weer niet en het pad wordt stilaan zo vet als spek. Pad is trouwens weer veel gezegd want het is uitgesleten door de regen die hier vaker naar beneden komt.

Als op een gegeven moment de boomgaarden op zijn gaat de route verder door een natuurgebied. Hier lopen de koeien vrij rond, wist mijn Italiaanse wandelmaatje eerder al te vertellen. En dat klopt dus ook. Zodra ik over het wildrooster ben sta ik voor een aantal volwassen koe-beesten met hun kalfjes. En zij staan op het pad dat ik moet volgen. En dan, dus?

Voorzichtig loop ik maar wat dichterbij, hopende dat ze wat plaats willen maken. En dat lukt inderdaad. Ik kan verder en dit schouwspel herhaald zich daarna nog een paar keer. En iedere keer gaat het goed. En tot slot sta ik ineens tegenover een aantal koeien, met kalfjes en een papa koe met een gigantisch klokkenspel en even indrukwekkende horens. Ook op mijn pad en geen weg er omheen. Er tussendoor lijkt mij geen optie, en verder geen mens te bekennen. Ik wordt door de familie aangestaard en besluit maar wat terug te gaan. Gevolgd door een van de familieleden. Maar gelukkig besluit de commune toch maar het gras dat wat hogerop staat te gaan bemesten en mijn pad is vrij. Ik kan verder en ben blij als ik na verloop van tijd en meerdere ontmoetingen met de koeien uiteindelijk weer het gebied via een wildrooster kan verlaten.

De weg gaat verder over onbegaanbaar paden van grote keien of vette klei onder het genot van een doorsluimerende regenbui. Volop genieten dus.

Maar zoals altijd komt ook hier een einde aan. Aan de regen dus. Het wordt droog en de bungalowtent kan gelukkig weer open. De boel moet inpandig drogen want alles is nat. De paden worden weer wat beter en ook het einde komt in zicht.

Renee heeft gisteren in haar routeboekje gezien dat er een kleine herberg is die eenpersoonskamers heeft. Voor € 14,= En dat wordt hem dus. Ze heeft me het adres gegeven en ik loop rond 12 uur de tent binnen. Moeders is de boel nog aan het schoon maken maar wijst me meteen naar een kamer. Voor Renee wordt een andere kamer vast gelegd.

Mijn natte spullen kunnen uit en worden te drogen gehangen. Een warme douche er achteraan en een half uurtje op mijn kamertje, even relaxen, een luxe!

Een uurtje later volgt Renee. En nadat ook zij is opgefrist gaan we maar eens voor een kopje koffie in het dorpje. We moeten ook nog wat inkopen doen want ook morgen is er op de 30 kilometer lange wandeling niks te krijgen en zijn er ook geen rustpunten. Met hetzelfde weer in het vooruitzicht kijk ik nu al uit naar morgen . . .

Terwijl we na de inkopen op een terrasje aan de koffie zitten krijg ik een appje binnen. Een foto van mijn broer in het ziekenhuis, zwaaiend. Dat komt dus goed. Bijna gelijktijdig ontvang ik een vervelender bericht.

En zo gaat er weer een dag voorbij.

¡Buen camino!

Ik deel mijn kamer met 3 Fransozen

Mijn slaapkamer deel ik met 3 Fransozen. Een koppeltje en een solitaire. Het koppeltje deelt samen een stapelbed, ik krijg het andere bovenbed want ik ben de laatste die binnen komt. De territoria zijn duidelijk vastgelegd en ik geloof niet dat pa Paturain er van gediend is dat ik iets verplaats.

Het zal wel. Ik neem de bovenverdieping en maak het bed op. Pa kruipt er ondertussen al in. Het is dan al een uur of acht. En even twijfel ik of ik mijn klok dan toch een paar uur moet verzetten in dit deel van Spanje. Maar nee hoor, het is ook hier gewoon 8 uur.

Nadat ik mijn bed heb opgemaakt vertrek ik. Ik moet nog bellen, wat eten en schrijven. Kortom, nog een drukke avond.

Als ik terug komt ligt het koppeltje Fransozen al te slapen. De solitaire onder mij ligt gelukkig nog een boek te lezen. Ben ik tenminste niet de enige ordeverstoorder. Ik worstel me naar boven waardoor het hele bed staat te schudden. Maar na een paar minuten lig ik dan toch op mijn plekje en de lamp kan uit.

Ik kan niet slapen en het eerste uur lig ik wat te draaien. Soms slaap ik wat maar wordt daarna ook snel weer wakker. Pa Paturain heeft namelijk het vermogen om in zijn slaap een stoomlocomotief te kunnen imiteren. Hij puft en zucht als een volwaardig treinstel van rond 1900. In het donker zoek ik mijn oordopjes (die was ik dus vergeten in te doen). En dat werkt. Ik slaap uiteindelijk door tot een uur of zes. Maar alles is dan nog in volle rust, zelfs de stoomlocomotief. En ik wil niet iedereen wakker maken dus rek het uiteindelijk tot 7 uur.

Maar toen was het welletjes. Ik ben hier om te wandelen en niet op vakantie. Dus lamp aan, kleren aan, alles inpakken, nog even het bed door elkaar schudden en de kamer uit. Nog snel een kop koffie en een cakeje, want het ontbijt was inbegrepen (en dat voor € 32,=). Op weg naar de gate van vlucht VY8378 naar Amsterdam! Die is een eindje verderop.

Nou kun je het jezelf makkelijk maken en de korte route door de stad nemen, of je neemt een omweg omdat je toch ook wel een stempel van de kathedraal van Sevilla wil hebben. Ik zie dat als fanatieke pelgrim als het zalige beginpunt van de route. Maar het is nog vroeg en de kans is klein dat ik er ook iemand vind die me aan een stempeltje wil/kan helpen.

De kathedraal is eenvoudig gevonden. En ik loop er wat omheen op zoek naar een deur. Op straat wordt volop gewerkt om alles weer schoon te maken na de festiviteiten van gisteren en ook weer klaar te zetten voor de activiteiten van vandaag. En bij de grote deur zijn schoonmakers bezig de vloer schoon te maken. Het lijkt wel of ze gisteren kauwgom hebben gestrooid. Ze zijn druk in de weer met steekmessen om de een of andere plakzooi van de tegelvloer te krijgen. Ik vraag of ze me kunnen helpen en wordt doorverwezen naar een vroom manspersoon van bedenkelijke lengte die verderop in de kathedraal staat. En jawel hoor, hij zwaait dat ik kan komen en ik moet wachten bij een zij-ingang. Even later komt hij terug met het felbegeerde stempelkussen en plaatst een afdruk in mijn pelgrimspas. Met moeite kan ik mijn tranen bedwingen en ik kan nu écht op pad.

Het duurt even voor ik Sevilla uit ben. Het slingert wat door de straten en uiteindelijk ben ik weer aan de juiste kant van de rivier. De route staat zoals Barbara al had verteld goed aangegeven. Dat is dus geen probleem. Wat lastiger is, is dat ik verder geen rugzakken zie dus ik loop alleen. “Ja, en?” zul je denken. Nou, dan moet je verrekte goed opletten dat je geen pijltje mist anders sta je zo in Barcelona. Ik moet er weer even aan wennen en omdat het een behoorlijk saaie route is gaat het goed. Na verloop van tijd kom ik zelfs weer een stuk of 10 andere pelgrims tegen. Na 2,5 uur bereik ik een dorpje en heb eigenlijk nog geen zin in koffie.

FOUT DUS! Want ik loop dus door en “das Handbuch” had me al gewaarschuwd; er komt verder ook niks meer waar je kunt rusten of iets drinken.

En zo staan ik dus om klokslag 12 uur bij mijn hospita van vandaag op de stoep. Ik ben de eerste en zoek dus een mooi bed uit ( beneden en mét stopcontact). Mijn rugzak kan in de hoek en ik begin met een douche. Mijn rug is namelijk behoorlijk nat, het is nu zo’n 25 graden. En omdat de zon schijnt en ik tijd heb doordat er verder niks te beleven valt in Guillena, gaat de was er ook maar achteraan. En terwijl mijn wasje op het dakterras hangt te drogen kan ik op zoek naar wat te eten.

Even verderop zit een cafeetje met een paar stoelen en tafels voor de deur. Ik bestel een kopje koffie en dat is zo geregeld. Alleen een broodje heeft ie niet. Wel een menukaart vol gerechten. Het wordt een “pan de la casa con Salmorejo Y jamón Ibérico” Da’s volgens mij toch gewoon een broodje ham, lijkt mij. Niet dus. Voor € 3,50 krijg je een geweldig bord met brood, ham en een of andere sopsaus. Het brood en ham is goed, de sopsaus heeft veel weg van gepureerde soepgroente. Maar ik heb tenminste wat te eten.

Ik bekijk ondertussen de volgende etappes want die van vandaag was wel wat kort. Morgen wordt echter nóg korter. Maar 18,3 kilometer. Daarna moet ik op zoek naar een slaapplaats want de derde etappe heeft de eerste 16 kilometer ook géén voorzieningen. Geen enkele, niks nada noppes! Voldoende drinken en eten zelf meenemen zeggen zowel mijn Duitse handboek als ook de digitale routebeschrijving die ik van Barbara heb gehad. Maar die 3e etappe wordt dan toch wel serieus (en mooier) met totaal een kleine 30 kilometer. Kijk, dan hebben we het tenminste ergens over.

¡Buen camino!

Het is een lange saaie dag.

Het is een lange saaie dag. Ik ben op tijd wakker en Wilma is werken. Ik ben dus alleen thuis en moet wachten tot ik kan vertrekken. Mijn broer wordt geopereerd en dat maakt het er niet makkelijker op. Om de tijd wat te verdrijven pluk ik maar wat mos tussen de planten in de tuin weg. Daar heb ik de laatste dagen al zoveel uit geplukt dat je er de kerststal in de Sint Jan mee kunt aankleden. Als dat voor de zoveelste keer gedaan is schuif ik weer achter mijn puzzelboek en vul nog maar een puzzeltje in.

Om 9 uur wordt het tijd voor mijn laatste boodschappen. Ik kon Wilma toch niet helemaal alleen achter laten. Dus ik heb wat vee aangeschaft. Dan zit ze tenminste niet de hele tijd alleen. Ze leest graag een boek dus er mag niet gestoord worden. En ook weinig onderhoud vindt ze denk ik wel makkelijk. Dus heb ik 3 koi gekocht. Kleintjes natuurlijk zodat ze in een kom passen. En over 6 weken kunnen ze zo de vijver in.

Verder is het saai. Even bij mijn wijffie op de koffie en de bank nog geplunderd. Er is geen bericht van mijn broer, dus dat is een goed bericht denk ik maar. Ik eet wat maar heb geen honger. Je moet toch iets.

Om 13.00 u is Wilma thuis. Ben je zenuwachtig, vraagt ze. En dat ben ik dus inderdaad. Waarom, ik weet het niet. Het duurt me gewoon te lang, denk ik. Even later besluiten we dan toch maar te gaan en brengt ze me naar Eindhoven.

Ik ben snel mijn bagage kwijt en door de controle. Het wordt 2 uur wachten op het vliegveld, wie kent het niet? Ook weer saai! Er zit niks anders op dan mijn route voor morgen maar eens te bekijken. En die is kort. Niet meer dan 22 kilometer. Mijn Deutsches Handbuch für den richtingen Pilger (inderdaad, een Duitse versie) zegt dat de etappe niet te verlengen is want de 18 kilometer daarna komt er niks meer. No agua potable, no alberge. Da’s lekker. Met die afstanden kom ik nooit in Santiago. Ik ben bang dat ik er nog wat weken achter moet plakken. Zal wel geen probleem zijn verwacht ik.

Het wordt 15.30 u. en eindelijk kan ik dan toch weg. Ik heb mijn stoel al in oktober gereserveerd. Bij de nooduitgang. Voor € 6,= extra beenruimte. Én een verantwoordelijke taak. Om 16.00 u heeft de laatste onverlaat ook zijn veel te grote koffer in het bagagerek gepropt en kunnen we dan toch op weg. Nog altijd geen bericht uit Nijmegen, het ziekenhuis waar mijn broer ligt. Maar op de startbaan dan ineens een appje. De operatie is achter de rug maar hij moet nog naar de IC worden gebracht. Vermoedelijk is ie nog een paar dagen van het padje maar het moet uiteindelijk allemaal goed komen. Ik ben gerustgesteld en steek mijn duim op naar de piloot dat ook ik klaar ben om te vertrekken. Op pad met die geitenkar. Deze dag duurt al lang genoeg.

En als je dan denkt dat je rustig naar Spanje vliegt . . . Nee hoor. Met mijn extra beenruimte zitten er 2 toeristen naast me die het wel geslaagd vonden om wat tapas met de nodige lading knoflook te bestellen. Bedankt Transavia! De hele tent meurt naar het Franse platteland. Nog even en ik zet de deur open. Niet te harden zeg.

Ik verdiep me verder maar in mijn puzzelboekje. Dat moet wel want ik ben vergeten een en ander off-line te zetten. Dat modern gedoe ook. En € 6,= extra betekent dan wel extra beenruimte maar nog altijd niet dat je een tafeltje krijgt waar je ook iets op kwijt kunt. Mijn kopje koffie staat er op maar mijn puzzelboek kan ik niet meer invullen. Het is gelukkig een korte vlucht.

En zo zit ik nu op een terrasje in Sevilla. Een bord zeevruchten met salade en een liter of wat slaolie erover. Maar het smaakt goed. Mijn bed is al opgemaakt en morgen vlucht ik Sevilla uit. Het is hier namelijk semana santa (heilige week voor pasen) en het is onvoorstelbaar druk.

Morgen eindelijk op bedevaart naar Santiago.

¡Buen camino!

Ik ben er (bijna) klaar voor

Mijn werk heb ik zoveel als mogelijk overgedragen. Maar er blijven enkele zaken over die ik niet kon afronden en daar zit nu een ander mee. Het is niet anders. Ik heb er naar toe gewerkt om alles vlekkeloos te kunnen achterlaten maar ook dit keer komt het eigenlijk weer niet uit. Maar ik kan niet anders dan mijn collega’s er succes mee wensen. Ik weet van mijn vorige wandelingen dat ik over een week met andere dingen bezig ben en mijn werk vergeten ben. Ik ga er dus maar van uit dat me dat ook deze keer gaat lukken.

Jacqueline heeft vorige week nog even mijn grijze kop gekortwiekt. Een vlot wandel-kapsel volgens haar en dat kan er weer een week of wat tegen. 

Mijn rugzak heb ik samen met Wilma gisteren nog een keer gecontroleerd en alles zit er in, denk ik. Met 14 kg zou dat ook wel moeten. 

Maar met paspoort en pinpas ligt de wereld aan je voeten. Komt helemaal goed dus.

En ook thuis is alles overgedragen. Wilma kan de aan de slag met plantjes water geven. De voortuin heb ik nog even aangepast want die lag ook al een paar jaar te wachten op een grondige renovatie. Die is geslaagd (bedankt Hes) en kan er weer jaren tegen.

Vandaag vlieg ik om 16.00 u. naar Sevilla. Mijn vertrek vandaag is alleen wat vervelend. Al vele weken weet mijn jongste broer dat hij een zware operatie moet ondergaan. Dat zou eerst voor mijn vertrek zijn, toen weer als ik al weg was. Gistermorgen heeft hij telefoon gekregen om direct te komen en vandaag om 08.00 u wordt hij geopereerd. Als alles goed gaat is de operatie na een uurtje of 4 weer achter de rug. Rond 16.00 u. kunnen ze meer vertellen. Ik hoor dus net voor ik instap of alles goed is.

Ik kom pas om 18.50 u. in Sevilla aan en heb daarom mijn eerste overnachting alvast geregeld. Omdat ik de vorige keer (2015) na aankomst nog op zoek moest naar een slaapplaats wilde ik dat deze keer voorkomen. Ik slaap in het Triana Backpackers in de Calle Rodrigo de Triana. Met zo’n naam krijg je toch al meteen zin om te vertrekken. Het ligt, als je héél hard kunt gooien op een steenworp van de kathedraal van Sevilla waar mijn beginpunt ligt. En morgen ga ik in een week of 6 noordwaarts over de Vía de la Plata naar Santiago en als er tijd over is door naar Muxia. 

Ik heb mijn nieuwe schoenen ingelopen en enkele weekenden de benen los gegooid. Resultaat, ondanks Jolanda’s halve zooltjes, iedere keer een blaar. Dat beloofd dus nog wat.

Kortom; ik ben er klaar voor. Wilma brengt me weg en zonder tegenslagen ben ik 23 mei weer terug. Weer tot mezelf gekomen, helemaal Zen, een ander mens . . . voor een weekje.

En broertje; heel veel sterkte de komende weken.

¡Buen Camino!

Dit jaar sneuvelt Vía de la Plata, dat je het maar weet!

Het is zondagochtend 20 januari 2019. Ik heb mijn wekker gezet op 07.30 u. Maar ben zoals gewoonlijk al veel eerder wakker. Het wil ook vandaag niet lukken te blijven liggen tot mijn wekker me wakker maakt, dus dan ook maar meteen aan de slag.

Vandaag is het zover, mijn derde wandeling naar Santiago gaat vandaag van start. Vandaag alleen nog een beetje de benen losgooien weliswaar, maar het voelt wel als “het begin”.

Al een aantal jaren probeer ik ruimte te vinden mijn overschot aan uren weg te werken. De voorgaande jaren lukte dat niet ( het werden er alleen maar meer) maar afgelopen jaar heeft mijn lieftallige cheffin dan toch ingestemd met een onderbreking van 7 weken. Om daar te komen moet je er wel een jaar toe werken zodat de overgang op mijn werk wel een beetje gesmeerd verloopt. En ik hoop dat dat ook is gelukt, ik zie het resultaat in juni wel weer.

Voor nu, de voorbereiding op Santiago. Vía de la Plata moet dit jaar genomen worden, de route vanaf Sevilla naar Santiago de Compostela en indien mogelijk verder naar Muxia. Grofweg 1200 kilometer en de ervaring leert dat dat in 6 weken te doen moet zijn.

Ik ben dus weer vroeg wakker. Mijn rugzak is snel gevonden, die staat als sinds mei 2015 klaar voor de volgende trip. 2015 ?? Alweer 4 jaar geleden? Ik moest het zelf 2 keer controleren. Maar het staat er écht; “Hasta año proximo” is het laatste verhaal van de vorige wandeling. Voor wie geen Spaans kent; “Tot volgend jaar”, het zijn er dus 4 geworden.

Maar op 16 april vertrek ik. Mijn vlucht heb ik al enkele maanden geleden geboekt, direct op de dag dat dit bij Transavia mogelijk was, want dit jaar zal het doorgaan!

Vandaag begin ik dus maar eens met een wandeling om er weer een beetje in te komen. En het bijzondere van vandaag, ik heb een medewandelaar die zich vrijwillig heeft gemeld, Ronnie. Onze jongste was vorige maand jarig en op zijn verjaardagsetentje bood hij spontaan aan mee te willen wandelen. Het moet niet gekker worden, maar ik ben er wel erg blij mee. Hij moet vandaag dus ook op tijd opstaan maar heeft in het weekend wél moeite om uit bed te komen. Ik ben dus benieuwd hoe en hoe laat hij hier aan komt.

We willen vandaag een “korte” wandeling. Via St. Michielsgestel naar de Parade in Den Bosch om daarna via Vught en Esch weer naar huis te lopen. Naar schatting een goede 20 kilometer, dus als we volgens planning vertrekken zijn we kort na de middag weer thuis. Maar daar zal het wel aan schorten, de planning. Die moet ik uit mijn hoofd bannen, want het komt zoals het komt!

We zien dus wel.

Ronnie is op tijd maar heeft een hoofd dat verraad dat de wekker hem ongenadig was. Na een paar koppen koffie kunnen we op pad. Het vriest nog en ik merk zodra we buiten komen dat mijn wandelbroek toch wel erg fris is. Muts maar op, Ronnie zijn handschoenen aan en de eerste stappen kunnen worden gezet. Na enige tijd raken we opgewarmd en trekt mijn wandelmaatje zelfs zijn jas maar uit. Het is warm genoeg en hij heeft ook nog een vest. Ik hou het toch maar bij mijn warme jas.

We maken een mooie wandeling vanuit Boxtel via St Michielsgestel naar Den Bosch. Na bijna 3 uur en een kleine 15 kilometer verder zitten we in een barretje op de Parade, in gezelschap van een in te strak lycra gestoken peloton achterblijvers. Maar het is er warm en de jas kan uit. Totdat het peloton wielrenners de achtervolging op de kopgroep wil inzetten en de deur open doet. Mijn natte rug is niet bestand tegen de koude lucht die binnen stroomt en mijn jas gaat over mijn rug. Na de koffie en een tosti vertrekken ook wij. De route gaat vanaf de kathedraal via de Bossche Broek naar Vught. Een stukje van een oude pelgrimsroute (Amstelredam route) die dit jaar door vrijwilligers wordt bewegwijzerd. Een erebaantje.

Omdat we het niet te gek willen maken besluiten we onze tocht in Vught te beëindigen. Na 4 uur en zo’n 20 kilometer stoppen we. Het is voldoende voor de eerste wandeling.

Morgen weer aan het werk en als ik wat moeilijk loop weten jullie nu waarom.

¡Buen camino!

Het is wel afzien hier, dat zeg ik je.

Gisteren op de fiets naar Burgos gereden. Daar hebben we de kathedraal bezocht. En die was de moeite waard. Moest ik de “grand tour” door de kathedraal in 2014 nog overslaan, nu was er tijd. En dat heb je ook nodig.

We hebben niet alle geluidsfragmenten afgeluisterd omdat we het na 1,5 uur wel een beetje beu werden. Kort samengevat bestaat de kathedraal uit een hoofdgedeelte en is die daarna diverse keren uitgebreid en aangepast voor allerlei kapellen rondom het middenschip. En bij elke aanpassing of kapel ontvingen via de meegekregen audiophone uitleg over álle min of meer belangrijke informatie. Dus ook alle Spaanse en Italiaanse namen van beeldhouwers, schilders, houtsnijders etc . . . Na nummertje 30 raakten we het spoor volledig bijster en hebben we de uitgang maar opgezocht. Maar hij is wel érg mooi!

De camping met Fransozen hebben we achter ons gelaten. Gisteren hadden ze een bijeenkomst waarbij alle deelnemers aanwezig waren. Netjes eigen stoeltjes meegenomen en aan de kleur en modelletjes van de stoelen kon je zien dat ze allemaal met zijn tweeën waren, Knus hoor. Twee aan twee zaten ze alsof door Noah gedirigeerd, rondom een paar tafels met flessen wijn. Verdomd, wij mochten niet aanschuiven en dus zat er niets anders op dan ze onze rug toe te keren. En om een uur of half tien waren ze uitgevergaderd of zo en doken ze allemaal IN hun campers om TV te kijken. Er zat er geen eentje meer buiten, en het was me toch nog lekker weer.

Vanmorgen wilde we ook nog eens weg voordat ze op kwamen, bleek dat de meeste al waren vertrokken. Zonder iets te zeggen. Totaal respectloos volk!

Maar goed, wij dus verder op weg naar Santiago de Compostella. Blijkt er géén één camping meer te bestaan tussen Burgos en Santiago. Hebben wij weer.

Even hebben we overwogen om richting de playa’s te rijden waar volop campings zijn. Maar nee, we zijn vastberaden en hebben besloten onze pelgrimstocht met camper voort te zetten en Santiago te bereiken. Is het met een rugzak al niet eenvoudig, ik zou zeggen; probeer het eens met een camper zonder dagelijkse stroomvoorziening of wifi. Da’s pas afzien.

En zo zijn we vandaag via het mooie Cebreiro (de kenners weten hierover mee te praten, lees anders mijn blog van 24 mei 2014) in As Nogais aangeland. Een wereldstad met een gesloten bibliotheek waar op het parkeerterrein ruimte is voor 3 campers. Je kunt er de plee lozen, water tanken en vuilwater in het putje laten lopen. Kortom; wat heb je als pelgrim nog meer nodig?

Oh ja, de enclave heeft ook nog een enkele cafeetjes met in totaal 4 tafels en 7 stoelen. We zagen deze nadat we twijfelden over de overweldigende luxe op de parkeerplaats bij de voormalige bibliotheek. Dus reden we even wat verder door het bruisende centrum van de stad. Prachtig centrum dus en op loopafstand van de camper. Maximaal 500 meter, steil naar beneden!!! Ik ga nuchter naar beneden al op mijn snotterd, laat staan wat de hindernis betekent als we even enkele van de stoeltjes in bezit hadden genomen en de weg terug zouden moeten nemen. Ik moet er niet aan denken dus de camper staat netjes geparkeerd bij de bibliotheek. Buiten het daarvoor bestemde vak want de luifel moet uit en stoelen met tafel staan voor de deur. De luifel en stoelen met tafel mag dus niet, staat er op een bord bij de parkeerplaatsen. Zoek het effe lekker uit, zou ik zeggen.

Dus vanavond staan we lekker met zijn tweetjes op een parkeerplaats in de “middle of no-where” Geen buren of stroom, geen barretje, morgenvroeg ook geen brood. En bovenal, geen toiletgebouw. Zul je zien dat we ons chemisch toilet toch nog een keer moeten gaan gebruiken . . . Oh ja, en Wilma gaat vanavond zelf koken.

IK zal wat foto’s op de site plaatsen van wat al geweest is. Wilma zit te lezen en denkt toch dat ik aan het werk ben. Ik zou niet durven.

Maar het blijft wel onder ons hé!