Ook morgen schijnt de zon.

Doe mij maar Noors

Onderweg bedenk ik me wat ik vandaag moet vertellen maar op dat moment heb ik eigenlijk helemaal geen zin om te schrijven. Dat wordt dus niks vandaag lijkt me. Maar na een redelijk sportieve dag toch een slaapplekkie gevonden en een overheerlijke warme douche. Dat maakt alles weer goed. Daarom . . .

Gisteren heb ik in het naast gelegen restaurantje mijn menu de peregrino gehad. Pasta vooraf en omelet met asperges en friet er achteraan. Inderdaad, ook rode wijn en stokbrood erbij. Er was weer niks mis mee.
Omdat er verder toch geen fluit te beleven valt in het dorp, behalve dan Spaans voetbal, kruip ik er maar vroeg in. Het is uiteindelijk toch een inspannende dag geweest. Op de kamer ligt miss Negativo al flink stammetjes te zagen. Een dronken houthakker met redelijk overgewicht is er niks bij.
Op de onderste bedden onder en naast mij ligt een Duits echtpaar. Meneer Kohl heeft pilletjes gehaald voor zijn vrouw waarmee ze beter zal slapen. Maar zijn vrouw hoeft eigenlijk niets denkt ze. "Dann wirdst Heutenacht auch nichts" zeg ik en wijs naar mevrouw Stihl. Daarop gaat er direct toch maar een pilletje achter d'r kiezen en ik neem mijn dopjes. Het is maar net genoeg om het geronk enigzins draagbaar te maken, de wijn doet de rest.

De beide jongens zijn naar het Spaanse voetbal gaan kijken in een of andere bar. Het moet érg spannend zijn geweest want om kwart voor vier komen ze naar bed. Atletico Madrid heeft gewonnen geloof ik maar voor mijn part was het IJsselmeervogels geweest. Ik ben uiteindelijk om half zeven opgestaan, een van de beide jongens sliep nog. Maar of ze ook vertrokken zijn, ik weet het niet.
Om half zeven wordt ik dus wakker, mevrouw Stihl blijkt ondertussen al vertrokken. In stilte, dat wel. Ik pak mijn zootje ook maar in en probeer dat natuurlijk zo stil mogelijk te doen. Maar ik kan niet voorkomen dat ook de Familie Kohl onder me wakker wordt. Het zij zo.
Ik ga op pad en wil mijn handschoenen pakken omdat het toch nog wat fris is. Ik merk tegelijk dat de opladers van mijn telefoon en tablet nog in mijn zakken zitten en niet in het juiste zakje zijn opgeborgen. Eerst maar even doen voor ze kwijt raken. Op dat moment kom ik er ook achter dat ik een tasje vergeten ben mee te nemen. Het hing onder mijn jas en heb het bij het weggaan niet gezien. Dus toch nog even vlug terug naar de Alberge en het ding hing dus nog inderdaad aan mijn bed. Haastige spoed hé.
Maar ik kan uiteindelijk met mijn complete uitrusting op pad. Mijn handboek geeft 2 routes aan naar Sarria. De eerste is kort en de tweede is langer maar mooier. Ik heb geen haast en kies dus voor de tweede. Triascastelo ben ik zo uit en een Spaanse medepelgrim helpt de juiste route te vinden. Wij willen allebei via Samos.
De weg gaat via geweldige binnendoor paadjes en grotendeels volgen we de Rio Sarria. Rio is veel gezegd maar het ding heet echt zo. Een soort van Dommel(tje) maar dan wel een waar voldoende stroom op zit. En enorm helder water.
De route gaat van het ene kleine gat, met anderhalve paardenkop en een paar woningen naar het andere. Maar het zijn geweldige paadjes. Mijn handboek heeft niets te veel beloofd. Smalle paadjes, veel bos, het stroompje, het is een lust voor het oog.
Mijn Spaanse medepelgrim maakt volop foto's, nog meer dan ik. Maar we gaan redelijk gelijk op. Plotseling sta ik oog in oog met mevrouw Stihl en die ziet mij ook aan komen lopen. Ze maakt halt op de plaats en wacht tot ik dichterbij ben. Het zal me toch niet gebeuren hé! Ben ik er net 2 kwijt zul je zien dat de volgende blijft plakken. En ze is ook zo heerlijk positief hé. Ik heb nog een paar seconden en dan moet er beslist zijn. Hoe pak ik dit aan? Ik loop nog wat door en zorg dat mijn fotograferende Spaanse pelgrim tussen ons komt. Ik maak een foto naar rechts en versnel mijn tempo. Ik ben er voorbij en goeie reis!
De weg vervolgt zich door hetzelfde geweldige gebied. Na bijna 2 uur wordt het tijd voor mijn ontbijtje en Samos is de volgende halteplaats. Het klooster van Samos ligt in een dal en is van verre af te zien. Een prachtig gezicht. In het dorpje aangekomen zoek ik een van de diverse barretjes op en bestel in mijn beste Spaans mijn deyasunto. Aan een tafeltje zitten nog 4 Spaanse pelgrims en eentje is druk aan het telefoneren. Het volgende hotel moet worden gereserveerd en het adres voor de bagage moet worden doorgegeven. Dat volgt zo snel mogelijk begrijp ik en ze kunnen op weg. Ik krijg een prima croissantje met boter en 2 soorten jam. Als ik mijn maaltje bijna binnen heb komt ook Mevrouw Stihl binnen lopen. Ik begroet haar opnieuw, drink mijn bakkie troost leeg, mijn rugzak gaat om en ik vertrek. En allemaal in hetzelfde tempo als u het leest. Adios, gracias en buen camino.

Na Samos is er opnieuw een keuzepunt. Vanwege mijn inspanningen van de vorige dag, mijn geplande route en het risico dat mevrouw Merkel op advies van haar assistent de korte route nemen, met alle risico's van dien, besluit ik de eenvoudigere route te nemen.
De route ligt veelal langs de openbare weg maar het is zondagochtend en geen kip op de weg. Echt! D'r is écht geen kip op de weg.
Wel een ezel. Met een pelgrim ervoor. Samen zijn ze op pad naar Santiago de Compostella. In een zeer gematigd tempo. Voetje voor voetje. De ezel bepakt en bezakt, zijn baasje niet veel anders. Beide doen hun deel van het werk. Beide hebben ook geen bezwaar dat ik een foto maak maar dat zullen ze ondertussen ook wel gewend zijn. Ik bedank ze en groet zoals dit bij pelgrims onderling gaat. "buen camino"
Mijn tempo ligt hoger en al snel zijn ze dus ook weer uit het zicht. Voor de rest blijft het stil op de weg. Op een enkele weggebruiker na die de binnenbocht neemt is het heerlijk wandelen met een groots uitzicht naar alle kanten. En het voorspelde regenweer blijft achterwege, de zonnenbril kan zelfs weer even op.

Om half twaalf bereik ik Sarria. Het gaat voortvarend. Tijd voor een pauze dus in een van de vele barretjes. Ook een stempel moet nog worden bemachtigd. Vanaf hier starten ook veel pelgrims en om te "bewijzen" dat je de laatste 100 kilometers ook daadwerkelijk gelopen hebt zijn 2 stempels per dag noodzakelijk. Het zijn vanaf hier nog 117 kilometers.
Ik vind de kerk en hoop daar een stempel te bemachtigen. Helaas gesloten en er wordt verwezen naar even verderop. Wat daarmee bedoelt wordt is niet duidelijk dus ik loop maar verder. Hier nu eens geen onmogelijk grindpad maar een trap, omhoog naar het centrum. In de smalle hoofdstraat vind ik een mooi barretje. Binnen zit een gast en heeft al besteld. Ik neem plaats aan de bar in afwachting van de komst van wat bediening. Het duurt even en de kok / ober / eigenaar komt vanachter een schot de bar in. Waarschijnlijk is daar de keuken denk ik dus. Maar niks hoor, die is in de bar, in een hoek tegen de muur. Schragen met een blad vormen het buffet. Daarop staan de diverse broodjes uitgestald. De kok opent de grootste pan op het vuur. Ik zie hem de grote lepel pakken die boven de pan uit steekt maar het blijkt een complete achterpoot van een varken te zijn. Onze kok pakt zijn slagersmes snijdt er de nodige plakken ham vanaf. Je komt hier duidelijk niks te kort. Na het ritueel ben ik dan aan de beurt en bestel koffie met een zummo de naranja. "Boteille o naturel?" "Uit een flessie of vers geperst?" Vers natuurlijk. En ook dat is geen enkel probleem, er moeten alleen eerst even sinaasappels bij de buren worden gehaald. Het is zondag en de chef-kok had gisteren natuurlijk geen tijd om naar de Makro te gaan. Maar ook dit is zo opgelost. Na mijn pauze even afrekenen, mijn stempeltje van Sarria in mijn pelgrimspas en weer op pad, het is dan nog geen twaalf uur. Mijn eigenlijke doel voor vandaag, Barbadelo O Mosteiro ligt dan nog slechts 4 kilometer verderop. En wat doe je dan?

Drie keer raden. Of eigenlijk één keer, dat moet voldoende zijn als je me ondertussen een beetje hebt leren kennen. Verder. De volgende plaats waar een alberge is ligt en daarna nog een kleine 10 kilometer verder. Ferreiros. Maximaal nog 2,5 uur doorlopen en genieten van wat voorbij komt. Het weer is nogal altijd goed en het is droog, de temperatuur weliswaar laag maar af en toe schijnt de zon. De voorspellingen waren voor vandaag héél anders. Joost mag weten wat het morgen wordt, profiteren van de mogelijkheden denk ik maar.
Sarria uit is eenvoudig. Het begint met een klim omhoog maar het uitzicht over de stad dat ik na een paar minuten heb is prachtig. Vanaf Sarria gaat de route langs een ernaast gelegen spoorlijn. Die ligt op een spoorbed dat zeker 4 meter hoger ligt. Er is geen bovenleiding en ik hoop op een trein. Maar het gebeurt niet. Helaas en het pad buigt zich daarna af van de spoorlijn.
Op de achtergrond hoor ik de klokken van Sarria slaan. Iedere keer 3 slagen, verder niets. Het lijkt of ze niet op gang kunen komen om de hele 12 slagen in een keer af te werken. Maar na een keer of vier, vijf aanhalen gebeurt het dan toch, 12 slagen volgen. Ik kan ze nog maar met moeite tellen en daarna is het weer stil. Even verderop kruis ik de spoorweg nog een keer en wandel tegelijkertijd onder een van de vele hoge viaducten van de snelweg door. Het Prins Clausplein van Sarria . . .

Barbadelo O Mosteiro is snel bereikt, zelfs eerder dan gedacht. De rest volgt dan ook wel snel lijkt me.
De route is, hoe zal ik het zeggen? GEWELDIG! Mooie paden, stroompjes, en een rust. Dorpjes, het is eigenlijk te veel om het zo te noemen maar de meeste hebben een eigen naam, volgen elkaar op. Maar het blijkt zwaarder en dus verder dan verwacht. Ondertussen wordt het eigenlijk op sommige plaatsen zelfs weer druk met pelgrims, al dan niet met bepakking. Zelfs groepen Engelstalige kinderen op schoolreisje loop ik voorbij. Na een kleine anderhalf uur kom ik voorbij een geweldig alberge, in de middle of nowhere. Zal ik? Maar verder is er niets te doen en ik loop dus toch maar verder. Ondertussen kom ik geen bronnetje meer tegen en een gelegenheid om mijn fles vullen is er niet meer bij. Ik ga op rantsoen maar hoop op zicht op mijn einddoel.
Weer wat verderop vind ik eindelijk een alberge en bar. Stampensvol! Ook buiten zit het vol. Niemand heeft haast en ik verwacht dat de alberge ook wel vol zit. Om een voorsprong te krijgen loop ik maar verder. Het kan niet meer ver zijn, lijkt me.

Maar het gaat verder en verder, het ene paadje volgt het andere op. Het uitzicht maakt veel goed. Op de kilometerpaaltjes die er staan trap ik de laatste kilometers af. Bijna ben ik bij het paaltje 100 km. Volgens mijn handboek voor de verwarde pelgrim lees ik dat het dan daadwerkelijk toch nog 105 kilometers zijn. Sloop het ding dan! Ik maak natuurlijk ook de foto van het bekende paaltje. Ik moet verder, mijn voeten willen rust. En ineens zie ik het bordje "Ferreiros" voor me en in de verte wat daken. Ik ben er bijna. Vol goede moed kan ik mijn laatste meters afmaken. Het eerste huis is een boerderij, de tweede een villa, dan weer een boerderij en nog daarna weer een. Dan ben ik het gat uit en maar geen Alberge te bekennen. Misschien even buiten het dorpje hoop ik nog. Ook niet dus.
Om niks te riskeren duik ik toch maar weer in mijn handboek voor de hopeloze pelgrim. Zou ik het dan verkeerd gezien hebben? Niet dus, er worden er 2 vermeld.
En na nog wat doortrappen zie ik dan in de verte toch weer een huisje met daarbij wat auto's. Er is weer hoop. Op de heuvel zie ik een bord Alberge naast een splinternieuwe villa. Het lijkt me sterk. Even verderop een bordje receptie. Ik probeer mijn geluk bij de receptie maar. Voor me zijn 2 dames al aan het inchecken. Op mijn vraag of er nog plaats is wordt positief geantwoord. Gelukt! Ik zoek direct een kruk en wacht mijn beurt af.
Na het inschrijven in het register worden we begeleid naar de Alberge, inderdaad de villa op de heuvel. Hij is pas 1 jaar oud en van alle gemakken voorzien, licht en stopcontacten bij je slaapplaats, een keurige toilet en douche ruimte. Ook wasgelegenheid ontbreekt niet.
Na een rustpauze op mijn bedje ga ik onder de douche. Een waar genot en mijn zin om mijn verslag te maken is terug. Bij deze dus!

We gaan nu eten dus ik moet stoppen. Gezellig met de 2 limburgse dames die voor me incheckte.

Even geen Duits. Hoewel? Ze hebben het erover dat het "blôth?d" is in Limbabwe. (bloedheet dus) Doe mij maar Noors.

¡buen camino!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!