Ook morgen schijnt de zon.

Wat kan het leven toch mooi zijn.

Gisteren gezellig eten dus met de 2 Limburgse dames. Terwijl ik nog met mijn verslag bezig was, het was al geschreven maar ik moest het nog even doorlezen voordat ik het op mijn blog kon plaatsen, wordt de tafel waar we aan zitten gedekt. "Je rommel moet van tafel," zegt Toos, dame 1 uit Vlaaienland, "anders kunnen ze de tafel niet dekken" Snel raap ik mijn spullen bij elkaar en vraag meteen met een glimlach; "Wij zijn toch niet getrouwd hé?" Inderdaad niet en Toos kan d'r ook wel om lachen.
De dames Vlaai zijn al enkele maanden onderweg. Vertrokken vanuit hun woonplaats Venlo. Een is met pensioen, de ander werkt nog, in de zorg. Net als een paar andere dames aan tafel. Het wordt volop geklaagd over alle bezuinigingen en de nieuwe, jongere en minder ervaren cheffin die ze hebben. Ik houd maar wijselijk mijn mond. Daarnaast heeft het dameskransje volop advies voor elkaar met betrekking tot de camino. "Je kunt maandverband in je schoenen leggen, dat maakt ze droog en loopt heerlijk zacht!" of "Ik heb een waslijntje dat ik 's-nachts tegen het bed van mijn bovenbuurman knoop, dan kan ik mijn slipjes drogen. Kijk hier heb ik er een foto van"
"U schrijft toch niet alles op wat we zeggen?" vraagt een van de dames. "Tuurlijk niet, dat zou te gek worden. Klets maar lekker door, ik kan toch niet zo snel typen" probeer ik ze gerust te stellen.
Het is wel gezellig, de dames kletsen, ik kan mijn verslag nalezen en na diverse pogingen heb ik zelfs wifi. Mijn verslag wordt verzonden.
Na het eten probeer ik de foto's ook nog te verzenden. Het is vergeefse moeite, de verbinding is veel te traag en het lukt me om maar slechts 2 foto's te uploaden. De rest moet de volgende dag dan maar volgen. Na een laatste pilsje is het tijd voor bed.

Ik ben om kwart over vijf wakker. Dat is nog te vroeg en ik dwing mezelf te blijven liggen. Om half zeven wordt ik opnieuw wakker. En ik ben een van de eerste, het is nog stil in de slaapzaal. Maar het is mooi geweest, ik ga eruit en binnen de kortste keren volgen er meer.
Ik zoek mijn spullen bij elkaar, met zorg zodat ik ook echt alles heb dit maal en ik kan na een kwartiertje op pad. Ik groet Vlaaienland nog een keer en ben weg. Ik zal ze waarschijnlijk niet meer zien aangezien ze geen haast hebben en eigenlijk niet willen dat het erop zit. Maar ook voor hen is het onverbiddelijke eind in zicht. Ze rekken het nog een weekje verwacht ik. Maar respect dames!

Ik ben nog alleen als ik buiten kom. Ik loop via het grasveldje voor de alberge naar het pad waar ik mijn route moet vervolgen. Daar staat een andere dame die ik al enkele dagen tegenkom. Gisteren liep ze om half vijf de villa nog binnen op zoek naar een plek om te slapen. Helaas moesten we haar doorwijzen naar de receptie in de bar. In de villa is geen mogelijkheid om in te schrijven. Maar de villa zat vol. Ze blijkt in de bar geslapen te hebben en gaat ook weer op pad. Ik ben benieuwd wanneer ik haar weer tegen kom want ze loopt aanmerkelijk langzamer.
De route vervolgt zich zoals deze gisteren ook eindigde, smalle paden binnendoor, tussen percelen die zijn afgezet met stenen muurtjes. Verder is het niet heel spectaculair. De paden zijn redelijk vlak en het schiet lekker op. Ik probeer voor mezelf de vaart erin te houden. Ik heb mijn planning klaar. Als ik nog 3 dagen 30 kilometer per dag loop, moet ik op donderdag nog 14 kilometer naar Santiago de Compostella. Ik kan die laatste 14 kilometer natuurlijk ook uitsmeren over de drie dagen ervoor maar daar heb ik niets aan. "En waarom dan niet, plannertje?" vraagt u zich nu natuurlijk af.
Nou, in Santiago staat een kerk. Sorry, een kathedraal. De kathedraal is de eindbestemming van mijn pelgrimsroute. Ik krijg daar mijn laatste stempel en mijn Compostela (pelgrimsoorkonde) Overigens pas nadat ik ook verklaart heb mijn bedevaart om religieuze reden te hebben afgelegd. Dat beloofd dus nog wat.
Maar ik wil daar uiterlijk om een uur of tien aan komen. De laatste dag kan ik dus eigenlijk maar zo'n 15-18 kilometer wandelen (3uur) En als ik dit doe kan ik ook de pelgrimsmis bijwonen. Volgens de dames Vlaai is de pelgrimsmis iedere dag om half twaalf. Ook wordt er dan het ca.100 kg zware wierookvat aan een touw van 35 meter door de kathedraal geslingerd. Vroeger maakte het de lucht van de pelgrims draaglijker en ik wil deze traditie graag voortzetten. Voorlopig wordt er dus niet meer gewassen Hans, alles voor de traditie. Overigens gaat het vat alleen door de kerk als er ook € 200,= gedoneerd is door de aanwezigen. Maar donderdag is het Hemelvaart en er zijn veel Spanjaarden vrij. Het wordt dus druk in de kerk, verwacht ik en ik zorg voor de lucht. Doen we allemaal iets. Dat moet dus goedkomen.
Vandaar dus mijn planning; regeren is vooruitzien!

Na ruim 2 uur komt Portomarin in zicht. Via een lange brug over de Rio Miño kom ik voor de stad, direct gevolgd door een klim omhoog. Een trap vormt voor wandelaars de toegang naar Portomarin. De barrière is snel overwonnen. Mijn benen zijn nog fris en zo hoog was het nou ook weer niet. In Portomarin ga ik maar op zoek naar een bar en een ontbijtje. Het is zo gevonden en ik kan tegelijk mijn foto's van de vorige dag uploaden. Ook is er tijd om mijn plastick dichtritszakje te repareren waar ik mijn pelgrimspas en paspoort in bewaar. Dat raakt versleten. Met sporttape is ook dit weer snel voor elkaar.
Na mijn ontbijtje ga ik weer op pad. De route is wat onduidelijk omdat er een pelgrim een vreemde maar eigenlijk meer logische richtng in loopt. Ook de pijl op het routebord is verandert. Terwijl ik toch maar weer eens mijn handboek voor de verbaasde pelgrim erop na sla wordt ik de juiste richting opgestuurd. Toch de pijlen volgen, over een brug zoals het handboek ook aan geeft. Linksaf dus, daarna de brug over en omhoog de bossen in richting Hospital da Cruz. Nog 2,5 uur en dan moet ook dit stuk volbracht zijn.

Het wordt ondertussen steeds drukker op de route. Veel groepen, kleine rugzakjes of soms helemaal niets, groepen fietsers en maar af en toe een zwaar bepakte pelgrim die zijn complete rommel mee torst. Niet naar kijken en negeren. Het valt niet mee want wederom staat er een bus bij een cafeetje te wachten om ze naar het volgende stukje van de route te brengen. Ik stamp maar door en probeer voor hen te komen zodat ik rustig verder kan. Het haalt weinig uit want het volgende groepje komt daarna weer snel in zicht.
Terwijl ik weer een groep voorbij loop staan plotseling 2 dames naast een pad. Ze hebben een lijst bij en vragen me, zonder iets te zeggen, deze te lezen en in te vullen. Ik begrijp dat het gaat over mogelijkheid om de route naar Santiago ook voor doofstomme mensen mogelijk te maken. Geen probleem wat mij betreft en ik begin met invullen. Als laatste wordt mijn bedrag aan donatie gevraagd. Bedragen van 10 en 20 euro zie ik staan en enigzins overrompeld stop ik met invullen. Dat wordt me nou toch net iets te gortig. Ik schrap mijn naam weer en ga weer op pad. Die moeten echt gedacht hebben, daar gaat weer een echte Hollander. Achteraf denk ik dat ze wel iets hadden gekregen maar de manier waarop dit werd gevraagd was wel erg vreemd. Volgende keer beter dames.

Ik loop in mijn eigen snelle tempo door en probeer de groepjes achter me te laten. Ik wil eigenlijk even stoppen in Hospital da Cruz en moet dat binnen afzienbare tijd bereiken. Maar ik kan niks vinden wat overeenkomt met mijn idee van een stad. Ik raadpleeg mijn telefonische routeplanner eens maar die geeft ook geen duidelijkheid over mijn juiste locatie. De meeste plaatsjes hier zijn ook zo klein dat ze niet voorkomen in de routeplanner. Ik kom langs een klein barretje en even verderop een tweede. Zou dit de grote plaats moeten zijn? Er staat opnieuw niets aangegeven. Het kan niet en mijn doel kan daarom alleen nog maar een klein stukje verderop zijn. Bij het laatste barretje is het behoorlijk druk en buiten zit een dame haar handboek te bestuderen. Als ik haar vraag of dit Hospital da Cruz is zegt ze dat zij meent dat we dat juist gepasseerd zijn. Ben ik dan gek??? Als dat zo is ga ik opnieuw als een speer en ik besluit mijn eigen afspraken dan maar na te komen, eerst koffie en dan pas verder.
Het terras zit stampensvol maar binnen zit niemand. In de bar ben ik snel aan de beurt en ik bestudeer mijn navigatiesysteem en handboek toch nog maar eens. Maar het blijkt helemaal te kloppen, ik ben de "stad" gepasseerd zonder het gemerkt te hebben. Het is mooi meegenomen maar het gaat wel snel zo. Terwijl ik aan mijn koffie zit komen de volgtroepen binnen. Binnen de kortste keren zit de tent stampensvol. Te vol.
Ik drink mijn koffie op en ga maar op pad, weg van de drukte. Mijn einddoel ligt dan nog slechts een goeie 4 kilometer verderop. Via een smal pad bereik ik Ligonde maar kan geen leuke herberg vinden. Omdat ik ruim in de tijd zit ga ik door naar de volgende wereldstad, Areixe.
Naast de weg staat een leuke bar, restaurant. Ik zie geen bordje Alberge maar waag mijn kans toch maar, je weet maar nooit. Helaas, geen alberge, die ligt nog 200 meter verderop. Even verderop vind ik de alberge. Het is dan iets over half een en de tent gaat pas om 1 uur open. Er tegenover is een bar, komt dat effe mooi uit. Om kwart voor een heb ik mijn eerste pint, werk ze allemaal!
Even voor een uur meld ik me bij de alberge. Ik ben de eerste. Ik schrijf me in en mag naar boven. Zoek maar iets uit, er is keuze genoeg. Ik neem een plek op een benedenbed, meteen naast de deur en bij een stopcontact.
Nadat ik mijn bed in orde heb gemaakt is het tijd voor een warme douche. De doucheruimte is voorzien van grote ramen. Er zijn geen deuren voor de gezamelijke (alleen heren) douche. Voor de Alberge heeft ondertussen een bus een parkeerplaats gevonden en wacht op zijn klanten die op korte termijn in de bar zullen arriveren, een drankje pakken en met de bus mee verder mogen gaan. En heel even overweeg ik het rolgordijn open te laten om op een geschikt moment mijn kont tegen het raam te duwen.
Maar ik bedwing me en neem een heerlijke douche, alleen, want er is nog altijd niemand. Na mijn douchen volgt mijn volgende klusje. Mijn broek moet worden hersteld. Mijn binnenzak waar ik mijn pelgrimspas en paspoort in bewaar is kapot en moet worden hersteld. Wilma heeft me gelukkig een reissetje meegegeven, de schat. Het setje heeft diverse kleuren, een stuk of 6. Mijn broek is iets van grijs, denk ik. Dat zit ertussen, iets van grijs en ik maak naald en draad klaar. Na een 10 minuten valt er niets meer uit mijn zakken. Tussen grijs en grijs is er ook veel verschil, dat zie ik zelfs nog en ik ben hartstikke kleurenblind. Maar het zal wel, thuis maar opnieuw als iemand er behoefte aan heeft. Ik niet in ieder geval. Om een uur of twee kan ik aan mijn verslag en foto's beginnen. Nederland werkt nu nog bedenk ik me.

Terwijl ik in bar zit bedenk ik; Het is even plannen, soms een tandje erbij maar alles komt goed. Wat kan het leven toch mooi zijn.

¡buen camino!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!