Ook morgen schijnt de zon.

De control-freak krijgt weer rust.

Ik zit in de bar en de prijs-kwaliteit verhouding is meer dan ruimschoots voldoende. Mijn verhaaltje heb ik vrij snel verzonden. De foto's zijn zoals gebruikelijk een heel ander verhaal. Maar uiteindelijk lukt het me toch om alles dezelfde dag op mijn blog te plaatsen. Ik ben weer helemaal bij vandaag.

Mijn tablet raakt ondertussen aardig leeg en het stopcontact naast me is door een andere bezoeker al zodanig bewerkt dat ie niets meer doet. Ik zoek dus maar een plekje aan een tafeltje. Het is nog redelijk druk met bezoekers en eigenlijk wil ik geen onnodige plaatsen innemen. Eten aan de bar kan ik ook maar bij het tafeltje zit ook een stopcontact. Ik neem dus plaats aan het tafeltje en zie wel.
Mijn tablet leg ik aan het electrische infuus. Uit fatsoen en omdat het ook tijd wordt bestel ik ook mijn eten, menú peregrino voor €9,90 Zoals gebruikelijk een 3 gangen menu en keuze uit van alles en nog wat, met wijn en brood. Mij hoor je daarna niet meer.
Terwijl ik zit te wachten aan mijn tafeltje voor 4 personen komt het chagrijn uit Verweggiesfan de tent binnen, samen met haar even gezellige vent. Ze willen eten en zoeken een vrij tafeltje. De serveerster zoekt mee. Maar met 5 tafeltjes is de conclusie vrij snel duidelijk. Er is geen vrij tafeltje. Ze kijkt mijn kant op en vraagt met haar dodelijke ogen aan de serveerster of ik niet ergens anders geplaatst kan worden.
NEE, NOU MOET IE ECHT NIE GEKKER WORDEN! Nooit nie! Ik stel voor een plek aan mijn tafel te nemen omdat de andere plaatsen naast me vrij zijn en ze zijn van harte welkom. Ook niet dus. Dan zak voor mijn part maar helemaal in de str. . . Ze gaan daarna maar aan een tafeltje zitten met een Franstalige gast. Sterkte, denk ik nog.
Ondertussen komt er ook een gaste binnen met een meer dan gemiddeld gekleurde huidskleur. Ook zij zoekt een plekkie om te eten en ik stel hetzelfde voor. Zij maakt wél graag gebruik van mijn aanbod en ik heb een tafelmaatje.
Ik stel me voor. In het Nederlands, Duits, Engels, Spaans. Het mag niet baten. De dame spreekt alleen, en dan bedoel ik ook alléén; Frans!
Verder is er geen woord mee te wisselen. Het lukt me uiteindelijk te begrijpen dat ze alleen reist, ook vertrokken is vanuit dat kutplaatsje in Frankrijk (ik type het écht niet meer) en ook overmorgen in Santiago wil aankomen en daarna door gaat naar Finnistere, net als ik. Ze komt van een eiland ergens onder Mauritius en dat heeft een naam met de "verzamelde . . . . landen". Ik sta voor alle opties open op dat moment.
Maar veel verder kom ik ook niet met dat beetje Frans dat ik ken. Ik heb mijn best gedaan, dacht ik zo. Maar ik bedenk me wel dat het een armzalig volkje is dat écht denkt dat Frans een wereldtaal is dat iedereen het wel zal leren. Nou niet, straks niet en nooit van zijn leven dus niet met zo'n instelling.

Mevrouw Verweggiestan zit zich ondertussen verder te ergeren aan alles wat er om haar heen gebeurt. Het slot van de deur is kapot en wordt ondertussen ook gerepareerd. Maar de deur staat te lang open naar haar zin. Als de monteur even weg is doet ze hem zelf maar dicht. Ze knikt even naar haar man met een blik van, zo die is dicht! Voor mij is het genieten, zoek het uit . . . .
Als ze uit gegeten is vertrekt ze richting slaapzaal. Ze gunt geen mens een blik waardig maar ik geloof niet dat er iemand om treurt. Ik wacht nog even met naar bed gaan, mijn tijd komt nog schat.

Ik heb een prima nacht. Om zes uur ben ik wakker en kleed me in stilte aan. Dat gaat me ondertussen vrij aardig af. Het blijft donker in de slaapzaal en niemand klaagt. Mijn laatste spullen trek ik daarna op de gang maar aan. Ik kan op pad.
Als ik buiten kom regent het. Niet hard maar het kan op dat moment nog alle kanten op. Mijn poncho gaat voor alle zekerheid toch maar uit de verpakking. Voor ik aanloop maak ik toch nog maar even gebruik van het gratis wifi van mijn nachtverblijf en kijk wat het weer kan gaan doen. Regen voor de komende twee dagen. Da's dan weer net effe wat minder, maar OK, ik zie wel.
Ik ga maar op pad. Er is nog geen hond, kip of eender welk andere diersoort te bekennen op straat. Anders gezegd, ik ben stik-alleen. De stad ben ik snel uit en de weg vervolgt zich door een bos. Even verderop hoor ik een uil. Het is het perfecte scenario voor een horror film. Alles klopt, het is donker, het miezert, ik ben alleen in het bos en het is stil, uitgezondert die klote uil op de achtergrond. Maar het is verder wel aardig.
Het bos ben ik nogal eens uit. Onderweg probeer ik nog wat foto's te maken van de omgeving maar dat mislukt. Eerst begrijp ik niet waarom maar flitsen in een miezerregen lukt niet, alle druppels weerkaatsen.
De open vlakte verschijnt weer en het wordt weer lichter. Mijn route gaat via mooie paden tussen wallen van grond. Ik begrijp niet hoe dit mogelijk is. Is dit uitgegraven of uitgesleten? En waarom? Maar het is wel heel apart. Verderop wordt druk gewerkt om een onderdoorgang te maken waar een nieuwe weg wordt aangelegd. Wat is civiele techniek toch geweldig veelomvattend! Dat zijn nog eens mannen die overal een oplossing voor hebben. Recht door zee, of nog liever, recht door het bos!
Terwijl ik mijn stappen maak en daarmee mijn camino achter me laat besef ik dat ik eigenlijk stompzinnig vooruit wil. Santiago de Compostella komt dichterbij en is binnen bereik. Als ik niet allebei mijn benen breek kan het niet meer misgaan. Waarom dan toch die drang om vooruit te willen? Ik dwing mezelf daarom maar om toch meer te genieten van de omgeving. En dat helpt, enerzijds snap ik waarom, anderzijds moet ik mezelf afremmen. Ik neem na 2 uur mijn pauze in Salceda. Mijn plan was door te lopen naar Brea maar dat is me te ver weg. Ik stop hier en krijg overzicht en grip op wat nog komt. De regelfreak kan daarna weer rustig verder.
Onderweg bedenk ik wat er toch nog geregeld moet worden de komende dagen. Mijn vlucht moet ik verzetten. Als het mogelijk is wil ik op 3 juni naar huis. Morgen kom ik in Santiago de Compostella aan. Ik wil naar de pelgrimsmis van 11.30 u. en daarna toch weer verder tot een uur of 4. Ik kan dus nog 15 kilometer maken voorbij Santiago. Want dat gaat dus door. Ik loop verder naar Finnisterre, nog een kleine 90 kilometer naar het einde van de wereld. Een extra 3 dagen. Muxia sla ik over, ik kan niets vinden wat me boeit om daar naar toe te gaan.
Als ik alles een beetje doorreken loop ik op 29 mei nog 15 kilometer. Daarna op 30 en 31 mei nog 30-35 kilometer. Het is effe doorstappen maar dat mag geen probleem zijn. Dan is het op 1 juni nog een kilometertje of 10. Fotootje maken en terug naar Santiago de Compostella. Indien mogelijk ook nog de snelbus naar Porto en een hotelletje zoeken. Indien dit niet lukt heb ik 2 juni als reserve. Lukt het wel dan vermaak ik me op 2 juni wel in Porto. Nu alleen nog mijn vlucht zien te verzetten en alles is geregeld.
Met bovenstaande in gedachten kan ik met een gerust hart op pad. Het wandelen gaat ineens weer ontspannen. De druk is eraf. Het is weer genieten van alles om me heen.

De route is afwisselend langs de openbare weg en daarna weer via binnenpaadjes. Er zijn veel stukken met bos en er staan veel bomen zonder bast. Kijk daar geeft mij handboek dan weer vreemd genoeg geen uitsluitsel over. Bomen zonder bast? Kappen en opstoken, lijkt me.
Het weer is vandaag wel wat minder. Het is droog maar daar is dan ook weer alles mee gezegd. De poncho blijft voor alle zekerheid op mijn rugzak en kan, indien noodzakelijk binnen de kortste keren over mijn hoofd worden getrokken. Mijn tweede rustpunt wordt Pedrouzo, tenminste, dat is mijn plan.
Maar die Spanjaarden hebben een hekel aan plaatsnaambordjes denk ik. Ook Pedrouzo ben ik voorbij voor ik er erg in heb. Als ze dat ook bij Santiago doen sta ik aan de kust voor ik mijn reukspoor in de kathedraal heb kunnen achterlaten. Het zal me toch niet gebeuren, hoop ik.
Mijn telefoon geeft gelukkig uitsluitsel, ik ben Pedrouzo voorbij en de eerste de beste bar wordt daarom mijn tweede pauze. Ze hebben gelukkig ook wifi en ik feliciteer mijn zwager als eerste met zijn verjaardag. Frans, nogmaals van harte. Daarna zoek ik de site van Transavia nog maar even op. Ook dat is geen probleem en als ik vanavond binnen ben kan ik ook dat gaan regelen. Op mijn gemakkie verwacht ik.
Na mijn pauze kan ik weer op weg. Mijn poncho blijft achterwege, het ziet er goed uit. Onderweg valt hetop dat het erg rustig is. Geen klasjes meer en geen groepjes met kleine of geen rugzakje. Vreemd! Ik kom ze de rest van de dag, op een enkel groepje na, ook niet meer tegen. Alleen bepakte pelgrims op weg naar hun einddoel, Santiago de Compostella.
Ik geniet en onderweg kom ik zelfs mijn vader nog tegen. In een elektriciteitspaal hangt iemand met veiligheids-harnas. Ik ken dat nog van vroeger als ik met hem mee mocht. Jeugdherrinneringen. Mooi, ook die komen gelukkig voorbij. Het is toch effe slikken.
De route slingert van links naar rechts naast de doorgaande weg richting Santiago. Soms kruist de route zich onder de weg door, dan eroverheen of gelijkvloers. Het gaat vooruit en regelmatig zie ik de laatste dagen al een vreemd bouwsel bij woningen. Nagenoeg ieder huis heeft er wel een. Een soort van tempel op een verhoging. Hoe het werkt of wat de bedoeling ervan is begrijp ik niet. Het is en soort van altaar denk ik. Suggesties zijn welkom!
Mijn doel voor vandaag ligt in Lavacolla. Dan heb ik de volgende dag nog 10 kilometer naar de kathedraal. Dan heb ik tenminste wat te doen omdat ik ook nog de pelgrimsmis van half twaalf wil bijwonen. Doorlopen heeft dus ook geen enkele zin.
In Lavacola hebben ze echter alleen een hotel . . . Geen alberge te bekennen! Mijn handboek voor de horecazoekende pelgrim heeft dit ook wel aangegeven maar ik had toch nog wel íets verwacht. Niet dus en ik moet verder. Verderop weer een plaatsje. En diverse barretjes. Bij navraag ineen barretjeblijkt er nergens een alberge, alleen hotels. Nog 6 kilometer verder is nog een alberge, zegt een dame achter de bar van een van de zeer leuke tentjes. Ik had er zo kunnen blijven maar heb geen zin in en hotelkamer. Het gesnurk op de slaapzaal geeft me namelijk zo'n heerlijk thuisgevoel.
Verder dus nog maar. Ik controleer regelmatig mijn telefoon waar ik precies zit. Ik wil ABSOLUUT niet naar Santiago. Ik moet morgen nog wat te doen hebben! Het gaat gelukkig goed en een paar kilometer voor mijn einddoel vind ik de alberge. Nog 5 kilometer en ik sta in de kathedraal van Santiago de Compostella. Gelukkkig is die nog niet zichtbaar.
Volgens mijn handboek voor de zoekende pelgrim is het een grote alberge. En als ik óf mijn handboek zeggen groot, dan bedoelen we ook GROOT.
Ze hebben 500 bedden (zegge; vijfhonderd) en als het druk is 800! Ik lieg het niet. Wat een tent. Ik vind het uitnodigende reclamebord kort voor 2 uur. Nog 170 meter en ik ben er. Maar als ik het reservaat binnenloop zie ik alleen maar legertenten. Zijn ze nou helemaal besodem . . . . .? Toch niet in een tent vanavond hoop ik? Waar is mijn tipi? Mijn openhaard om mijn kleren te drogen? Mijn dronken en zagende houthakker vanavond? Moet ik dat alles gaan missen? De wanhoop is nabij. Moet ik dan toch nog verder?
Maar enkele Spaanse militairen verwijzen me naar een kleine doorgang in een hekwerk. Het is de toegang naar mijn verblijf van vandaag. Het komt toch nog goed.
Ik meld me bij de receptie in een van de vele gebouwen. Allemaal keurig geordend op een heuvel. Zowel het hele complex als de gebouwen zelf liggen onder afschot. Een Spanjaard die alle talen spreekt (hoewel Nederlands eigenlijk Duits is, maar wie let daarop?) boekt me in. De militairen zijn op oefening en moeten wandelen. Veel wandelen! En aan de waggelende pasjes te zien hebben ze voor vandaag genoeg gehad.
Als ik naar mijn kamer loop weer je niet wat je ziet. De gang van het gebouw ligt op een helling en de gang dus ook. Ter hoogte van een kamer is het even vlak maar dan gaat het weer verder.
Op mijn kamer staan 4 stapelbedden en ik richt mijn plekkie volgens een vertrouwd ritueel in. Er zijn volop stopcontacten dus dat komt ook goed. Even een half uurtje de poten omhoog en dan een heerlijke douche. Ik ben weer opgeknapt en kan morgen fris naar de paters mijn laatste stempeltje halen. Wat daarna komt zie ik morgen wel.
Bij de Ivo Niehe van Spanje vraag ik waar de bar, de wasserette en wifi is? "Je vind alles 8 gebouwen naar beneden" En dat blijkt te kloppen. Alles is beneden. Straks dus ook weer omhoog bedenk ik me. Laat ik daar nou maar even rekening mee houden.
In de bar inderdaad een goed wifi netwerk. Ik probeer in te loggen bij Transavia en het lukt na een paar pogingen. Het verzetten van mijn vlucht lukt ook. Het betalen en dus de bevestiging is een ander probleem. Ik wacht en wacht en wacht. Want dat staat op de site; "heb geduld" Maar na een kwartiertje ben ik het beu en bel ik toch maar met de helpdesk. Ook de lieftallige medewerkster loopt tegen een muur die niet wil wijken en adviseert dat ik drie kwartier moet wachten. Als er dan nog geen bevestiging is moet ik het nog maar eens opnieuw proberen.
Het is net het boeken van mijn vlucht bij Ryanair, toen had ik ook bijna een heel vliegtuig voor mezelf. Na een uurtje bel ik de schat toch nog maar eens een keertje, er is niks binnen en ik wil toch graag een keer naar huis.
Een tweede telefoontje naar de helpdesk heeft succes. Mijn vlucht is bevestigd voor 3 juni en ik heb een deadline.

Nu nog even wat eten scoren en morgen wordt Santiago de Compostella ingenomen.

¡buen camino!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!