Ook morgen schijnt de zon.

Na mijn hoofdgerecht nu mijn toetje nog.

Ik heb vannacht nogal wat liggen draaien. Het kan namelijk zijn dat ik de laatste dagen niet alle juiste stempeltjes heb. Ze moeten namelijk van een alberge of refugio zijn. Ik heb wel meer dan voldoende stempels maar of ze allemaal van een alberge zijn betwijfel ik. Ik probeer mezelf wijs te maken dat, indien ik hierdoor geen Compostella krijg het voor mij niks uit maakt. Ik weet zelf namelijk wat ik achter de rug heb en heb daarvoor geen papiertje nodig om het te bewijzen. Maar het blijft wel door mijn hoofd spelen. Ik moet maar afwachten tot morgen.

Om goed zes uur ben ik wakker. Er is zelfs al iemand vertrokken. Ik ga maar uit bed, kleed me aan en pak mijn spullen in. Buiten is het al licht en veel militairen zijn al op de been voor hun oefening. Er is overal wel wat te doen. Het weer lijkt redelijk en er is geen reden mijn poncho in gereedheid te brengen. Ik daal het complex af naar het onderste gedeelte en zoek de route naar de kathedraal maar weer op. Heel ver kan het niet meer zijn, hooguit een uurtje. Rustig aan dus.
De route wijst zichzelf, veel rechtdoor en het staat goed aangegeven. Maar ergens moet ik een pijltje gemist hebben. Het lukt me bijna opnieuw om de stad uit te lopen. Maar deze keer valt het wel heel erg op. De gebouwen houden op en in de verte staan fabrieken, in een de dal. De weg loopt erg bergaf en ik vertrouw het niet. Een kathedraal bouw je op een bult en niet in een gat lijkt mij. En navraag bij een Spaanse schone geeft uitsluitsel. Een stukkie terug en dan inderdaad, de bult op. Kan niet missen lijkt mij. Nou, wel dus. Ik vind de route binnen de kortste keren terug maar raak hem ook bijna net zo vlug weer kwijt. Pablo hebben ze hier weggejaagd.
Maar na wat zoeken en vragen kom ik er toch. Het is ondertussen weer gaan regenen en de poncho is weer aan. En niet overbodig kan ik wel zeggen.
Ik vind de kathedraal en ga op zoek naar het plein ervoor. Daar wil ik een foto van hebben terwijl ik voor de kathedraal sta. Ik vind het plein ook. Een groot plein met verder niks. Helemaal niks! Geen mens! Nada nikkes noppes. Ik sta dus op het plein voor de kathedraal, poncho om, het regent pijpestelen, en d'r is geen mens! Niemand die dit voor mij toch zeer emotionele moment kan vastleggen. Het is wat.
Ik wacht even en er lopen alleen enkele mensen aan de overzijde van het plein, hoofd naar beneden in snelle pas om zo snel mogelijk op de plaats van bestemming te komen. Daar heb ik ook niks aan.
Op het plein zie ik ook wat mensen bij een ingang naar iets. Ik weet niet wat en ik ga daar maar eens kijken. 2 mannen voor de deur in strakke donkere pakken. Ik vraag of ze mijn laatste stempel hebben die ik nodig heb voor mijn compostella. Geen probleem, kom maar binnen, daar is de balie. Maar ik zoek het pelgrimsbureau, leg ik uit. Dat maakt niet uit vertelt een van de mannen, ook wij hebben de stempel. Nou, het zal wel, stempel maar bij. Beter een teveel dan te weinig.
Als ik weer aanloop vraag ik nog wat het eigenlijk is. En 5 sterren hotel vertelt de kleinste van de twee. Ach geen wonder zeg ik, het ziet er net wat beter uit dan mijn kamer van gisteravond, misschien kom ik nog eens terug. Hij kan er wel om lachen. Als ik vraag waar het pelgrimsbureau is krijg ik keurig uitleg, in de hoek naar links, daarna de tweede straat rechts. Ik kan op weg om mijn compostella te bemachtigen.
Het straatje en het bureau zijn snel gevonden. Ze zijn zelfs al open. Ik sluit me aan in de rij van 4 personen en ben dus nogal eens aan de beurt. Ik vul mijn gegevens in, een aardige dame controleert mijn pelgrimspas en vult zonder verdere vragen mijn compostella in. "Kokertje erbij?" "Natuurlijk schat" en 5 minuten later en 2 euro armer sta ik weer buiten, mét de toch wel felbegeerde oorkonde.
Aan de overkant van het bureau zoek ik het barretje maar eens op. Het is tijd voor mijn ontbijtje. Even mijn spullen drogen en daarna mijn zaken afwerken. Gertjan moet ik bijvoorbeeld nog een berichtje sturen, hij is jarig, 't menneke.

Na mijn ontbijtje zoek ik de Officine de tourism (VVV) maar op. Die zit in hetzelfde straatje. Achter de balie opnieuw een aardige dame, ze spreekt engels. Ik leg haar uit dat ik verder wil naar Finisterre. Maar hoe kom ik daarna terug naar Porto? Het liefst niet te voet, als het effe kan.
Ze begrijpt het en legt uit dat ik inderdaad met de bus terug moet naar Santiago de Compostella. Van daaruit met de trein of snelbus naar Porto. Ze heeft van alles, schemaatjes en websites en ik kan vooruit. Geen probleem. Als het goed gaat ben ik zondagavond in Porto. Nu alleen nog een hotelletje scoren en dan is dat ook weer geregeld.
De kathedraal mag ik niet in met rugzak. In dezelfde straat zit ook een bewaarplaats voor rugzakken en bagage. Ook die is zo gevonden. Mijn spullen gaan in opslag en kan ze later weer ophalen voor 2 eurootjes. Als ik even later op straat loop is het wel even wennen zonder die ballast op mijn rug. Maar ik kan op mijn gemakkie de kathedraal bekijken. Ik ben ruimschoots op tijd en de dame van de VVV heeft me al gewaarschuwd op tijd aanwezig te zijn want het wordt druk. Spanje heeft net als Nederland een feestdag.

De kathedraal is kleiner dan ik verwachte. Maar schitterend mooi. Veel is goud(kleurig) afgewerkt. Zeg maar; bling bling is voldoende aanwezig.
Maar het is wel mooi om alles op mijn gemakkie te bekijken. Het wordt daarna tijd mijn volgende zaken af te werken. Kaarsjes heb ik beloofd en dat zal ik nakomen. Maar dan komt het volgende probleem. In de kathedraal is geen plaas voor Bolsius. Alleen Philips zorgt hier voor enig licht in de duisternis. Met een muntautomaat, wel te verstaan. Overal staan nepkaarsjes met ledverlichting én muntautomaat dus. Er is niks anders te vinden. Wat een kermis. De enige 6 kaarsjes die een aansteker nodig hebben staan op een plek waar ik beter niet kan komen. Die worden even later aangestoken door iemand met een pij en een doorlopend contract denk ik.
Maar goed, ik moet iets. In totaal 5 kaarsjes worden het. De eerste voor Marco, heel veel sterkte kerel! De tweede voor mijn vader, bedankt voor alles. De derde voor mijn moeder, bedankt voor de donacion en tot dinsdag. De vierde voor Jolanda, belofte maakt schuld, maar zonder jou had ik het niet gered, geen blaren! En de vijfde is voor iedereen die ik vergeet, sorry.
Het is tijd om verder te kijken en misschien ook alvast een strategisch plekje te zoeken. Nu kan het nog. Om goed tien uur zit ik klaar. De kerk heb ik bekeken en ik gun mijn voeten liever wat rust. Ik moet alleen wel wachten tot 12 uur. De pelrimsmis begint niet eerder. Ik heb alleen spijt dat ik mijn tablet niet bij me heb zodat ik mijn verhaal alvast kan schrijven zoals zoveel anderen. Maar er is van alles te zien en de mis begint voor ik het weet.
De kerk zit bommetje vol. Omdat ik niet zo vaak in de kerk kom wil ik ook niet meteen midden vooraan zitten. Ik zit dus rechts vooraan. Daar waar het touw hangt van het wierookvat. Voor me op de grond of andere onmogelijke plekken zitten zelfs nog mensen.
De mis begint op tijd. 12.00 u stipt. Ik heb geluk want vandaag wordt de mis voorgedragen door een collega uit Slowakije. De mis is dus in het Slovaaks, Italiaans en Spaans. Ik heb er in het Nederlands al moeite mee dus dat beloofd nog wat.
Maar de dame naast me heeft al op vaker met dit bijltje gehakt. Ook de heer rechts van me. Beide zingen en prevelen op het juiste moment, verstaanbaar én nog zeer netjes. Die weten waar ze het over hebben. Ik niet. Ik beweeg mee op en neer op het tempo van mijn buren. Maar ik herken de meeste ceremonies wel en kan me toch nog redelijk redden. Het is niet anders.
Voor de communie is de collecte. En ook hier wordt niet gevraagd om een donatie. Als je slim bent geeft je er een! Dat wordt wel duidelijk gemaakt. Na de communie is er dan het lang verwachte moment. De collecte heeft voldoende opgebracht en het slingeren van het wierookvat gaat door. De betekenis en traditie worden uitgelegd. Toch is het wat veel mensen naar de kerk brengt denk ik want iedereen brengt fototoestellen en camera's in stelling. Ook ik, want ik ben er volgende week niet bij om het nogmaals te bekijken.

6 paters zijn hiervoor speciaal geselecteerd. Allemaal even kort, behalve eentje, die zal het tempo aangeven. Het vat laten ze zakken en assistenten vullen de ketel. Zeer gedisciplineerd wordt het vat weer gehesen. Een van de assistenten neemt het vat vast en geeft het een duwtje. Niet veel maar voldoende om het vat te laten slingeren. En dan komt het . . .
Het groepje van 6 paters, onder leiding van de lange chef trekken op het juiste moment aan het touw. De Weber krijgt een zwieper en het ritueel herhaalt zich daarna nog enkele malen. De glimmende barbecue gloeit als een grote! Ik weet zeker als je zo je biefstuk een keer tien over het altaar slingert is ie medium, na twintig keer is ie doorbakken. Het geheim van Weber is onthuld.
De kerk, sorry kathedraal, vult zich met rook en de geur van mijn kleren valt in het niet bij de walm van de rookpot. Het gaat zo hard dat ze hem met gemak in de kortste keren tegen het plafond kunnen rammen. De grote chef voorkomt dit maar ik begrijp nu wel dat het ding al een paar keer door de deur naar buiten gevlogen is. Ik lieg het niet, mijn handboek voor de religieuze pelgrim vertrelt hierover.
De mis is hierna voorbij en de deuren gaan aan weerszijden open om de tent te luchten. Driebergen geeft een mistwaarschuwing af.
Ik haal mijn spullen uit de opslag en kan om een uur of een op pad, voor de kersen op mijn taart, Finisterre.

Het vervolg van mijn dag komt z.s.m. maar ik het is wat laat geworden vandaag. Na de mis moest ik nog 22 kilometer.

Mijn hoofdgerecht heb ik gehad, nou mijn nagerechtje nog.

¡buen camino!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!