Ook morgen schijnt de zon.

Het wordt een lange, zeg maar gerust . . .

Het barretje van de campingachtige Alberge lijkt meer op een Hollandse coffeeshop dan op de gebruikelijke nederige gemeenschappelijke ruimte van eerdere onderkomens. Gezalfde muziek hebben ze dan weer wel. Veel Simon and Garfunkel muziek met een zeer hoog psalmgehalte. Het CD-tje staat op repeat en blijft eindeloos draaien. Het bier reken ik af tegen een ter plekke bepaald bedrag, het is genoeg zo volgens de overjarige herberg hippy. €1,20 voor een flesje koude cerveza. Everybody happy? Don Pablo in ieder geval wel. Het eten is vanavond aan de grote tafel in de bar. De muren staan vol met spreuken van eerdere pelgrims. Je leest ze in allerhande talen. De dochter van Joost mag weten wie kookt het eten. Ze heeft een broek formaatje groot zeil. Het kruis zit zowat tussen haar knieën. Ze is druk in de weer want ondertussen moet ze ook de financiën afronden, pelgrims inboeken en stempeltjes zetten. De overnachting met avondeten bedraagt 13 euro. Morgenvroeg staat het ontbijt klaar in de ruimte bij de slaapvertrekken want dat zet ze vanavond nog klaar. Er staat een pot bij voor de eigen bijdrage, je kijkt maar wat je missen kunt. Om zeven uur kunnen we aan tafel. In de bar zit ondertussen de volledige bevolking van het gat. Iemand zal wel de vader zijn, of allemaal. Van de moeder ontbreekt ieder spoor vermoed ik. De tafel staat binnen de kortste keren vol met eten. Salade, linzensoep, pasta, brood, bonen met iets. En wijn natuurlijk, grote karaffen. Opscheppen maar. Het is erg lekker en er is meer dan voldoende. Tot besluit is er nog meloen. Het buikje is weer rond. Na het eten wordt bij de tipi van Sandra nog even een vuurtje gemaakt. Voor de liefhebbers gaan er ook nog een paar flessen wijn mee. Als haardhout zoek je maar wat, er ligt altijd wel iets in de buurt wat branden kan, voornamelijk oud bouwmateriaal. Het maakt niet uit, als het maar fikt want het wordt weer fris ondertussen. Met Sandra en Uwe maak ik de flessen maar leeg, dat redden ze niet zonder mij. En volle flessen terug geven zou onbeleefd zijn. De lieve kokkin annex boekhoudster zou kunnen denken dat ie niet lekker was, en dat is ie dus juist wel. Leegjeppen en naar bed is de bedoeling. Sandra beschrijft haar luxe tipi die winddicht blijkt te zijn en even overweeg ik om ook de tipi te nemen. Mijn zwakke gestel kan de uitnodiging niet weerstaan en ik zoek mijn slaapzak en kussen. Het wordt toch de tipi! Ik hoef me de volgende dag dus niet te verwijten dat ik me altijd zal afvragen hoe het is om te slapen in een wigwam. Het had overigens ook nog een betonbuis kunnen worden, er ligt/staat hier van alles, overigens netjes ingericht als slaapgelegenheid. Je ziet maar. Het wordt een koude nacht. De tipi is winddicht, dat wel. Maar van isolatie heeft Winnetou nog niet gehoord. Voor zes uur ben ik na een onrustige nacht wakker en besluit maar aanstalten te maken om te vertrekken. Sandra is nog in diepe rust, ik snap niet hoe. Wellicht is ze bevroren maar die ontdooit wel weer. Komt allemaal goed hier. Na een simpel ontbijtje en een donatie ga ik samen met de engelsman met te grote voeten op stap. Hij heet Jack. Jack vond het koud in de alberge en dacht dat een paar Duitse dames het raam hadden open gezet. Dan had je de tipi maar moeten nemen zegt ik alsof het daar beter was. Jack heeft er al diverse marathons op zitten en wil ook vandaag zo'n 40 kilometer lopen. Dat gaat 'm voor mij niet worden, ik heb nog meer te doen. En waarom ook? Maar samen willen we het eerste stuk overbruggen. 11 kilometers naar Carrión de los Condes, gevolgd door nog eens 18 over een traject zonder dorpje en dus geen overnachtings mogelijkheden of zelfs maar een koffiepot. Het wordt een lange tocht. De omgeving lijkt enorm veel op Nederland. Vlak, wat bomen en akkers. Daarnaast wind. Niet zomaar wind maar veel wind. Zeg maar gerust een klote wind. De hele dag lang! Hij komt vanachter ons. Soms zo sterk dat je je evenwicht verliest, mede doordat er een veel te zware rugzak op mijn rug hangt. Mijn fout en binnenkort verdwijnt er dus wat spul. Terug naar Nederland en anders ter donatie voor een of ander goed doel. Ik wordt het gezeul zoetjesaan beu en ik ben er ondertussen ook achter wat ik nog wel en wat ik niet meer nodig heb. Heeft mooi bijna 2 weken geduurd en ik moet er nog 3. De weg is lang en recht. Erg recht, zeg maar gerust kaarsrecht. Er lijkt geen einde aan te komen. De enige afwisseling is een ijsventer. Met dit weer! Even hoop ik nog even dat don Jose zijn koelbox heeft ingeruild voor een Senseoapparaat maar mooi niet dus, nada, noppes. We nemen toch maar even pauze voordat we weer op weg gaan. De weg is recht, zeg maar ger . . . En hij is lang maar dat had ik al gezegd. Oh ja, én vlak geen bult te bekennen. Wat een kolere-eind. Mijn voeten zijn écht aan pauze toe maar er is geen plekje te vinden. Sommigen pelgrims liggen tegen een slootkant of zoeken wat beschutting bij wat struiken. Onderweg worden we veelvuldig en op irritante wijze gevraagd opzij te gaan. D'r komt weer een fietsende pelgrim aan. Geen bel maar wat geroep. De baggage wordt meestal vooruit gestuurd. Sandra heeft gelijk, die zoeken het maar uit, zo kan ik het ook. Als de alberge vol is rijden zij weer wat kilometers verder en zijn daarmee iedereen voor. Ze vond dat niet terecht en heeft er geen respect voor. Dat is recreatie en geen pelgrimstocht. En ze heeft gelijk. Wij gaan verder tot we een plek met wat bankjes vinden en ik meld Jack dat ik in ieder geval even stop. Even mijn schoenen uit en wat rust. Wat een genot! Na een kwartiertje gaan we toch maar weer op pad. Jack heeft koffie beloofd, in ruil voor een notitieboekje dat ik toch over had. Scheelt mij weer wat gewicht. We lopen verder over de lange, vlakke, rechte weg, zeg maar ger . . . D'r komt écht geen eind aan. En als jullie denken dat het nu wel wat saai wordt dan had je hier eens moeten lopen. Maar even na twaalf uur bereiken we dan toch eindelijk de overkant, Calzadilla de la Cueza. Wat een feest, koffie, de schoenen uit, rust, voeten omhoog, wifi. Man, ik kan het niet beschrijven. Een overwinning! Ik stop bij de alberge en Jack gaat op zoek naar de beloofde koffie. Snel mijn schoen uit. Even weer voldoende bloed door de poten. Jack komt terug en meld dat we toch nog even verder moeten. Hier geen koffie, de bar is een paar minuten verderop. "Bad massage, I guesse" "Nee hoor, maakt mij niks uit hoor." Maar de bar is snel gevonden. De voeten krijgen rust. We hebben tijd voor coffee and a little chin wag. (kletsen op zijn Iers) Ze hebben wifi en ik kan eindelijk mijn verhaal van gisteren versturen. Sorry van de spelfouten, ik had het niet vooraf doorgelezen. De verbinding is goed en ik kan zelfs mijn foto's up-loaden. Ik ben weer helemaal bij. Everbody happy? Nou ik wel. Na een uurtje pauze vertrekken we voor de laatste etappe. Mijn doel ligt 6 kilometer verderop; Lédigos, volgens mij Spaans voor Halfweg. Jack wil graag nog wat verder. In Lédigos wens ik hem sterkte, we zien elkaar zeker weer. Vanaf Sarria komt zijn vriendin en vrienden erbij en zullen ze slechts 20 kilometer per dag lopen. De overnachtingen zijn vooraf gereserveerd. Hij is in Santiago de Compostella op 31 mei. Dat staat al vast. Ergens zie ik hem dus wel weer. Ik meld me in de alberge en het is er druk. Herbergmama schrijft iedereen in. Voor me verandert de prijs van 6 euro naar 7 euro per nacht, de stapelbedden zijn net vol. Het wordt dus een bed, het zal wel. De mooie dochter met grote voorgevel en te laag decolleté begeleid iedereen persoonlijk naar zijn slaapplekkie. Ik kan bijna niet wachten tot het mijn beurt is. Om mijn voeten omhoog te kunnen gooien hé! Vergis je niet. Ik heb een van de laatste plaatsen. De tent zit om goed 2 uur stampensvol. Andere pelgrims worden doorgestuurd. Na een heerlijke douche in een stervenskoude badkamer (hoe krijgen ze het voor elkaar? Dit is toch Spanje) ga ik in de bar mijn weblog voor vandaag maar eens schrijven. Mijn handdoekje hangt ondertussen weer te drogen zodat ik vanvond weer alles kan inpakken. In de bar staat de TV zoals ook thuis aan omdat er "iets op is", het doet er niet toe wat. Een Spaanse soap, goed voor spaanse les, nergens anders voor. Afgelopen week stond ergens de spaanse Rudolph van Veen aan. Het ging toen over Nederland, België en volgens mij piepers.Er wandelt een pelgrim binnen met een beesie in zijn rugzak. Zijn pootjes zijn verbonden. Ik vind het leuk gezicht maar ook zielig tegelijk, dat doe je dat beesie niet aan! Terwijl ik zit te schrijven komt Uwe ineens naast me staan. Sandra is nog buiten en ze zijn bekaf en zoeken een slaapplaats. Helaas is deze alberge "complet", vol dus. Sandra maakt zich kwaad omdat er nog bedden vrij zijn. Helaas gereserveerd, het is oneerlijk. Ze moeten verder omdat er in Lédigos niet meer herbergen zijn. Met een taxi gaan ze op zoek naar een slaapplaats totdat er iets vrij is. Wir sehen uns bestimmt nochmal! Es ist Scheisse. Wat de avond zal brengen weet ik niet. We eten om een uur of zeven en ik kruip er op tijd in. Morgen wil ik nog wat kilometers maken en hoop op wat rustiger weer en een mooiere omgeving. Hans ligt vanavond in zijn eigen bed denk ik en Jack, Sandra of Uwe zie ik voorlopig niet meer. Het wordt een lange, zeg maar ger . . . nacht. Wijffie, tot morgen. X X X ¡buen camino!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!