Ook morgen schijnt de zon.

Binnenkort volg ik een inburgeringscursus

Ik eet vanavond samen met 2 Amerikaanse en 1 Engelse dame. Vooraf eindelijk een keertje soep. Met vermicelli nog wel. Daarna friet met iets van een schouder karbonade. De eerste gaat wel. De tweede hadden ze wat mij betreft aan het beest kunnen laten zitten. Ik begrijp ook meteen waarom de jongedame naast me vegetarisch is. Nog even een yoghurtje na en de buik is weer gevuld. Verder is het een saaie boel. Ik besluit nog maar een cerveza te nemen en nog te wachten met naar bed gaan. Ik heb in de bar een stopcontact in beslag genomen en wil mijn tablet zover mogelijk opladen. Hij ligt er al anderhalf uur en moet nog even. Ik besluit Sandra een berichtje te sturen. Ze heeft me haar nummer gestuurd en ik wil eigenlijk bevestigen dat ik het heb ontvangen. "Ich hoffe Ihr habt ein Bett gefunden" Ik puzzle nog wat en krijg een reactie. "Ja haben wir. In Moratinos, mit viel Glück. Wir sehen uns bestimmt wieder :-) LG Sandra und Uwe" Na een half uurtje ga ik naar bed, de tent gaat zowiezo toch sluiten. Er liggen al diverse mensen in bed. Vier bedden tegenover me zijn nog leeg. Er ligt nog geen slaapzak of een rugzak. Links naast me ligt een ronkende Fransoos, rechts van me zijn veel stillere echtgenote, tenminste dat vermoed ik, dat van die echtgenote dus want stil is ze in ieder geval. Ik heb een geweldige nacht. Goed geslapen en even voor zes uur wordt ik wakker. Achter het schot dat de slaapruimte in twee deelt gaat even later de wekker op een Nokia telefoon af. De eigenaar is blijkbaar gestorven vannacht, hij blijft maar rinkelen. Geen mens die eigenaar uit zijn nest schopt. Na enige tijd geeft het ding de moed maar op en wordt het toch weer stil. Veel mensen liggen nog te slapen. Ik kleed me in het donker aan en zorg dat ik al mijn spullen heb. Die heb ik de avond tevoren daarvoor al in een herkenbaar patroon neergelegd. Ik verlaat in stilte de slaapruimte terwijl op de achtergrond de telefoon weer begint te rinkelen. Terwijl ik naar de deur loop zie ik dat de 4 bedden nog allemaal onbeslapen zijn. Ze zullen wel in een andere herberg overnacht hebben. Hun reservering hebben ze niet afgemeld waardoor anderen geen plek hadden. Ik vertrek en moet eerst op zoek naar de route. Hij is snel gevonden en ik ga op pad. In mijn eigen tempo. Kort achter me hoor ik langzaam voetstappen dichterbij komen. Iemand loopt duidelijker sneller. Hij ziet maar, ik loop vandaag op mijn gemakkie en neem waar nodig pauze. De voetstappen zijn nu een meter achter me en daar blijft het dan ook bij. Ik vertraag wat om hem/haar voorbij te laten. Ook de voetstappen vertragen. Vreemd. Soms gaan ze toch weer wat sneller en loopt er een jongen naast me maar voorbij gaan doet ie niet. Hij zegt niks en vertaagd weer. Dit gebeurt nog een paar keer en ik wordt er een beetje geïrriteerd van. Om hem kwijt te raken besluit ik daarom maar even in mijn handboekje wat op te zoeken. En terwijl ik stop maakt hij ook aanstalten om te stoppen. Uiteindelijk loopt hij langzaam verder. Nadat ik weer op pad ben loop ik weer snel in op hem. Dan maar er voorbij en op pad. Zodra ik hem voorbij ben versneld hij weer en loopt soms naast maar meestal achter me. Ik ben het beu en besluit mijn tempo zo te verlagen dat ie wel voor me moet komen. En dat werkt , hij heeft het begrepen. Zwaan kleef aan geeft gas en is ruim voor me en loopt uit. Even probeert hij hetzelfde bij de volgende peregrino zo'n 30 meter voor me maar die is hem eerder beu. Uiteindelijk verdwijnt ie in de verte, alleen. En zo loop ik vandaag het liefste, alleen en in mijn eigen tempo. Onderweg kom ik na een uurtje langs alberge Moratinos, de slaapplaats van Sandra en Uwe. Het wordt ondertussen weer wat dukker met wandelaars. Het is lastig lopen op het pad met grote kiezels en daarom probeer ik het midden tussen de sporen maar. Daar staat nog wat gras en loopt het net wat zachter. Maar het blijft lastig. Na nog een paar uur zie ik in de verte Sahagún. De eerste etappe zit er dan bijna op. De laatste kilometers gaan over een beter pad, met dank aan de spaanse wegenbouwers. Het kiezelpad is vlak gemaakt met vrachten freesasfalt. Het loopt prima. Voor me loopt ineens weer zwaan kleef aan van vanmorgen. Zijn tempo is gelukkig hoog en ik raak hem kwijt. Mijn voeten moeten rusten en ik ga op zoek naar een leuke bar. In de bar staat zoals gebruikelijk de TV aan met ditmaal een of ander showprogramma. De volumeknop staat op standje bejaardenhuis. Ik bestel mijn koffie met croissantje en een glas verse jus d'orange. De schoenen gaan uit en ik kan mijn blog gaan schrijven. Na de grote pitsstop (ontbijtje, schrijven en toiletbezoek) kan ik na een klein uurtje weer op pad. De weg is goed, de omgeving bestaat vooral uit korenvelden maar voor de rest is er niets bijzonders te melden. Het weer is goed, de wind is wat gaan liggen en de zon staat hoog aan de hemel Het weekend krijgt van mij een zeven en tot zover Piet Paulusma. Ik ben blij alleen te wandelen. Daardoor kan ik zelf mijn tempo en pauzes bepalen. Ik hoef ook niet de hele tijd in het Duits of Engels een gesprek op gang te houden. Dat geeft tijd tot nadenken en dat hoort erbij denk ik. Twee weken geleden ben ik aan mijn camino begonnen. Het gaat geweldig goed. Mijn voeten zijn af en toe echt wel pijnlijk. Ook een blaar hier of daar ontbreekt ook niet, maar ik zal zeker niet klagen. Het is een geweldige ervaring! Veel mensen hebben respect voor mijn onderneming, hoor ik soms. Voor mezelf weet ik ondertussen dat de motivatie voor de camino niet meer ligt in de te overbruggen afstand, hoe groot die ook is. Ik voel me goed, mijn voeten brengen me iedere dag toch wel naar mijn volgende slaapplaats en Santiago ga ik zonder gekke dingen gewoon halen. Geen probleem. Gewoon lopen. Daarna zie ik wel. De camino doet mij het volgende, het geeft me tijd over allerhande zaken na te denken. Alles komt wel een keer voorbij. Veel dingen iedere dag. Het geeft me de tijd alles nog eens lekker op de rit te zetten. En ondertussen hoef ik alleen maar de ene voet voor de andere te zetten. Het is voor mij dus geen prestatie meer maar een ervaring die ik nooit zou willen missen. Niet Santiago is het doel maar de weg zelf. Zo, voor ik helemaal te zweverig wordt ga ik eerst maar eens op zoek naar een pij in mijn maat. Ik vind dus dat je hem echt alleen moet lopen en niet in groepen. Daar hebben ze wandel- en fietsvakanties voor uitgevonden. Dat maakt het dus ook zo vervelend met de te volle herbergen de laatste dagen. Ik kom hele groepen (tot wel meer dan 20 personen) tegen die gezellig wandelend, met hun rugzakje met daarin een lunchpakket en regenjas zitten te picknicken. Een half uurtje later komen ze het volgende cafeetje binnen want er is weer een pauze. Ze vertrekken s-morgens ook later want het ontbijt staat klaar. Er is geen verdere bepakking, die wordt vooruit gebracht door de reisorganisatie, naar het volgende hotel dat al gereserveerd is. Het zal me eigenlijk worst wezen maar het is volgens mij en veel anderen niet waarvoor de camino bedoelt is. Tot zover een keer een kritisch kanttekening. Gelukkig heb voor vertek uit Sahagún nog even mijn handboek voor de beginnende pelgrim bekeken. Er blijken in de komende etappe 2 routes richting León. Rechtsom was mijn bedoeling maar daar is maar 1 overnachtingsplaats mogelijk. Rechtdoor zie ik op het laatste moment 2 mogelijkheden. Daarnaast kan ik ook iets verder komen waardoor mijn plan voor de komende dagen beter uit komt. Als ik Sahagún uit loop kom ik over weer zo'n geweldige brug. Mooi ouderwets, degelijk en dus nog altijd in functie. Op de brug staat iemand te vissen. Ik blijf even kijken want het zou leuk zijn als ie wat vangt. Het duurt me natuurlijk te lang en ik vraag hem dus naar vangst. Forel, eentje heeft hij er nog maar gevangen. Het weer is niet goed zegt ie. Ik wens hem maar succes. Rechtdoor dus richting Bercianos del Real Camino, iets met een koninklijke weg dus. Daar nog even een pauze en dan door naar El Burgo Ranero, op zoek naar een bed en eten. Voor ik aanloop wil ik eigenlijk mijn flessen nog even vullen. Voor me staat een oudere man. De bareigenaar is te druk bezig want er zijn dus net 20 Belgen binnen gevallen die koffie en nog wat erbij willen. Stoelen en tafels worden bijgezet. De eigenaar is samen met zijn vrouw drukdoende en wil hem dus niet lastig vallen. Daarom vraag ik nog even aan schoonpapa van de aardige bareigenaar; " Hombre, Dondé esta una fuenta a ciudad? Una fuenta de agua potable, por favor? Voor wie geen Spaans kent; "Hé opa, hedde hier ok nog ergens unne pomp waar water uit komt wa ok nog een bietje zuipen is?" Dus. Opa en ik begrijpen elkaar volledig. In vloeiiend Spaans volgt " Habla habla bla bla Iglesias, habla habla, Salida, bla bla" en mucho, mucho, handgebaren. Of te wel, "Je kunt linksom via de route of hier binnendoor. Bij de kerk is een bron met drinkwater. Het maakt niet uit hoe je loopt, beide komen weer op de route naar Santiago uit. Hier rechtdoor is korter. Goeie reis." Ik volg opa's wijze raad op en ga op zoek naar de kerk met bron. Na wat geslenter door wat oude straatjes is de kerk al snel gevonden. Ze hebben er voor het gemak een toren bij gezet met klokken. Da's makkelijk. Er zitten ook hier weer ooievaars te broeden. Dat heb ik nog niet verteld maar die zitten hier volop. Er zijn wat spelende kinderen maar van een bron ontbreekt ieder spoor. Die ouwe zal me toch niet op het verkeerde pad gestuurd hebben? Het zoeken duurt me te lang en ik ga maar terug naar de route. Even wat terug, een keertje rechts en nog eens rechts, en ik zie de kerk nu van de andere kant, dit maal met een bron ernaast. Ik wist het wel! Opa en ik zaten echt wel op een lijn. Ik vul mijn flesjes en kan op pad naar ... Ook de rest van mijn route verloopt voorspoedig. Een redelijk rechte weg maar lekker uit de wind en in het zonnetje. Om half drie bereik ik mijn einddoel en kan nog net een bed vinden in Alberge La Laguna. Eten moet ik even verderop in het cafeetje. Het zal wel. Even nog lekker douchen en wat klamme spullen drogen. Omdat ik nog tijd heb gaan ze maar even door een soppie zodat morgen weer alles lekker fris is. Terwijl ik naar mijn slaaphok loop gaat naast me ineens een raam open. Het is Uwe. Ze hebben samen een kamer moeten nemen in dezelfde alberge als mij, er was verder niets meer vrij. Een kamer, zo eentje met eigen bedden, een eigen badkamer en schone handdoeken. Volgens Uwe bijna hetzelfde als een tipi. . . Hij wel! Na de dagelijkse verplichtingen gaan we maar wat drinken en eten. Vooraf nog wat kleine inkopen. Daarna door naar het plaatselijke cafeetje voor een pintje en wat eten. Bij binnenkomst krijg ik zowat een hartverzakking, de kroeg zit bommetje vol, de TV staat natuurlijk aan, tot zover is alles nog OK. Maar hij staat dit keer op voetbal. Wie tegen wie of waarvoor? Al sla je me dood. Is dit van waar Otto voor waarschuwde? Mijn avond kon dus toch stuk. Het wordt dus maar een pintje en verder wat Duits plaudern. Ook mooi. Binnenkort ga ik maar eens voor een inburgeringscursus in Spanje. Moet een peulenschil zijn. ¡buen camino!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!