Ook morgen schijnt de zon.

Bitte ein Trabantje für meine Ostdeutsche Freundin, und schnell ja!

Terwijl ik mijn ervaringen en indrukken van de dag probeer vast te leggen, hebben Uwe en Sandra inkopen gedaan. Na een uurtje zijn ze terug en Uwe zegt dat ze gaan koken. Ik krijg een blikkie cerveza toegeworpen en beloof zo snel mogelijk te komen helpen. Het verhaal duurde toch wat langer dan gedacht want het eten is nagenoeg klaar als ik de riant ingerichte keuken betreed. De voorzieningen in deze culinaire werkplaats zijn ongekend en zouden in menig studentenhuis niet misstaan. Het ruikt er wonderbaarlijk genoeg niet verkeerd en Uwe moet dus toch iets meer kunnen dan alleen water koken. Dat klopt want hij kan er blijkbaar ook pasta in laten vallen. Ernaast staat een pan met een brouwsel waar nog een naam voor verzonnen moet worden. Er zit ei in (weliswaar aan de bodem vast gebakken) en erwten met nog wat groenten uit een blikkie. Maar het is warm en bijna klaar. Daarnaast is er nog wat vis en zijn er olijven. Mijn hulp beperkt zich daarom slechts tot het kort snijden van een stokbrood en het openen van een fles rode wijn. We raken al aardig ingeburgerd. De maaltijd wordt in de ernaast gelegen "grote zaal" van de alberge naar binnen gewerkt. Een hele maaltijd waar we zelfs te veel aan hebben. Het brood blijft onaangeroerd. Ik zal het wel verkeerd gesneden hebben verwacht ik. Maar dat blijkt niet juist te zijn. Het brood werd automatisch bij de boodschappen gelegd omdat de verkoopster vertelde dat het er gewoon bij hoort. Zowel Uwe als Sandra begrepen ook al niet waarom maar het moest dus mee. Maar we hebben gegeten en eens een keertje geen frieten. Ook mooi. De afwas neem ik daarna maar op me. Sandra heeft voor het gemak de pan met eirecept al tijdig in de week gezet maar verwacht dat het weinig effect zal hebben. En dat klopt dus ook. De andere pan, borden etc zijn zo schoon. De voorgeweekte pan biedt echter dapper weerstand. De pannenspons verliest de strijd en ik ruk zwaarder geschut aan. Een vork moet zich door de gevormde pantserlaag heen vechten maar wint uiteindelijk terrein. Grote platen geweekt ei met groenten geven zich met een laatste inspanning gewonnen en langzaam maar zeker komt de authentieke bodem weer in zicht. De wasbak heeft geen stop maar blijft gelukkig vol staan. Ik begrijp later pas waarom. Dikke schollen etensresten verstoppen de afvoer. Nadat ik ook dit probleem heb verholpen is de keuken weer voor de overige pelgrims die hun potje staan gaar te stomen. Na het eten worden de laatste foto's nog op mijn blog gezet. Uwe gooit me nog een blikkie geestverruimend nat toe want hij heeft geen zin het morgen te moeten dragen. Ik help hem graag van zijn probleem af, zo ben ik. Terwijl ik met de foto's bezig ben begint het te regenen. De wind is ondertussen ook gaan liggen. Ik ben benieuwd wat dit betekend voor morgen. Nadat ik klaar ben ga ik naar buiten, mijn beide medepelgrims zitten op de veranda nog wat te alte plaudern (ouwe meuten dus) Het regent nog altijd en de stemming is van eenzelfde niveau. Dat is morgen wel weer over zeg ik. Dan is de zon er weer en gaat alles gewoon vanzelf. Uwe verklaart de bedompte stemming. Sandra is wat kwijt. Ze kan de steen die ze van thuis heeft meegenomen niet meer vinden. De bedoeling was om deze steen achter te laten bij het Cruz de Ferro. Het stond symbool voor hetgeen haar ziel bezwaart en het neerleggen moest dit verlichten. Het door de pelgrims achterlaten van een steen bij het kruis gebeurt al eeuwen. Daarbij hoort ook een gebed en men hoopt daarmee dat zodra over de daden van de pelgrim geoordeelt wordt deze ten gunste van de pelgrim zullen vallen. Er is dus nog hoop voor me. Ze heeft alles al afgezocht en kan hem niet meer vinden. Vermoedelijk heeft ze hem vanmiddag met haar andere spullen terug gestuurd naar huis. Hij zal wel ergens tussen gezeten hebben. Over twee dagen zijn we bij het kruis en ze heeft hem al meer dan 2 maanden mee gedragen. Heel vervelend maar misschien heeft het een betekenis, proberen we haar te geruststellen. Het heeft weinig invloed. We kruipen maar op tijd onder de wol. Sandra wil haar rugzak nog een keer controleren en Uwe gaat nog op zoek naar een matras om het raam te isoleren. Het matras vind hij aan de andere kant van de veranda en wordt tegen de balkondeuren geplaatst. De kamer is daarmee donker en nog mooier; "winddicht" We plunderen ook beide nog maar een deken van een andere kamer, natuurlijk van een bed waar niemand slaapt en we kunnen onder de wol. Een geweldige nachtrust wordt onze beloning. De volgende morgen is het vanaf half vijf al rommelig in alberge de Jesús. Ik wordt soms wakker maar om half zes ben ook ik wel zover om op te staan. Binnen de kortste keren zijn de meeste zich aan het klaar maken om ook te vertrekken. Ook Uwe staat klaar en kijkt of Sandra al zover is, we kunnen dan gezamenlijk aanlopen. Ik wacht beneden op hen. Uwe kan meer dan hij heeft gezegd. Hij heeft ook wat koffie ingekocht, van die kant en klare zakjes. Water koken kan ie ook dus er is in no time een bakkie oplos troost. Maar het is koffie en dat heb je niet iedere dag voor je vertrekt. Sandra is ondertussen ook beneden en heeft haar steen niet meer kunnen vinden. Daarnaast was ze al om half vijf wakker als gevolg van het gerommel op de gang. Wij ook maar dat doet er op dat moment niet toe. Ik begroet haar nog met "Gute Morgen, Schönheit" maar dat heeft slechts zeer beperkt effect. Verder vind ze de koffie niet lekker en is er ook verse koffie bij herbergpapa. Uit veiligheidsoverwegingen lijkt het me verstandiger niet met de Oostduitse machinebankwerkster in gesprek te gaan. Die kijkt op dat moment of ze een Trabbant kan opvreten. In overleg met Uwe vertrek ik maar alleen. Ik wens hem sterkte en ga in mijn eigen tempo op pad. Komt dat effe lekker uit. Onderweg weer veel van hetzelfde landschap. Veel van de watergoten zijn in gebruik. Het blijft een mooi systeem om grote hoeveelheden water te verplaatsen. Uiteindelijk kom ik ook langs een plek waar het als laatste weer geloosd wordt, in een sloot rondom een akker. En dan vraag ik me af of dit nou wel zo efficiënt is. Dat water zal naar beneden zakken en naar mijn mening nooit genoeg tijd hebben om de hele akker van water te voorzien. Maar ik ben geen kenner dus ik zal wel mis hebben. Onderweg fluitende vogels, krekels en kwakende padden. Ook diverse geuren van planten vallen me op. Zou het echt zo zijn dat ik dit veel meer ervaar dan anders? Vreemd maar wel mooi om te merken. De weg voor me is recht en van asfalt. Aan de zijkant van die oude houten palen voor elektriciteit of telefoon. Een heel gedeelte doet geen dienst meer. Ze worden langzaanaan vervangen door betonpalen. In sommige hebben mussen hun nesten al gebouwd en vinden er beschutting voor de koude wind. De maan, zoals gewoonlijk links van me, wordt iedere dag kleiner, van een volle maan is ie al bijna verandert naar een halve. Laatste kwartier volgens mij. De zon komt achter me weer op en het is tijd voor een nieuwe selfie. Je moet wat voor het thuisfront over hebben zo 's-morgensvroeg. In de verte zie ik wat bergen verschijnen en ik hoop dat het vlakke landschap een keer ten einde komt. Gisteren zag ik al wat heuveltjes maar weet niet of dat het einde van het laaglaand betekende. Het begint er wel op te lijken. Gelukkig. De asfaltweg gaat na een goed uur over in een landweg. Veel grote kiezels en heuvelachtig. Het gaat zoals bijna iedere dag voortvarend en loop menig pelgrim voorbij. Het is mijn bedoeling tot een uur of negen te wandelen en dan koffie te zoeken. Ik loop een dame voorbij en begroet haar. We kletsen wat en ze wil ook graag koffie. Volgens mijn handboek duurt dat nog een klein uurtje maar ik lust eigenlijk nu wel iets. Ik loop haar voorbij maar een eindje verderop kan ik niet direct de juiste weg vinden. Samen besluiten we rechtsaf te gaan richting Villavante. Er staat ook bar aangegeven en ik nodig haar uit samen de plaatselijke uitbater met een bezoek te vereren. Ik heb eerder koffie dan verwacht. Voor 4 euro een ontbijtje dat bestaat uit koffie, een glaasje verse jus en een warm! croissantje. Het gaat erin als koek. Ik stel me voor en de blonde Canadeense van respectabele leeftijd heet Christine. Die kan ik onthouden en ze voorkomt daarmee dat ik haar zelf een, overeenkomstig haar persoonlijkheid gelijkende naam ga geven, hoewel Golden Girl zeker toepasselijk zou zijn geweest. Ook zij heeft marathons gelopen, vertelt ze. Net als Jack enkele dagen geleden. Tegenwoordig loopt ze veel op atletiekbanen. Dat heb ik ook al veel gedaan kan ik haar vertellen, alleen nooit om snelheid te maken. Aan sport heb ik nooit gedaan, geen tijd voor gehad. We praten wat en na het ontbijtje gaat Goldie weer op pad. Ze loopt net als ik het liefste alleen. Zelfde reden, je eigen tempo. Goodbey en see you. Ik neem nog wat tijd voor een sanitaire verplichting en controleer gelukkig vooraf op de aanwezigheid van papieren voorzieningen. Na gedane zaken pak ik mijn "medium light" backpack en zie Uwe voor me. Hij is net met zijn donderende onweersbui gearriveerd. Ze zit buiten te ontdooien in de toch wel wat frisse ochtendzon. Ik begroet haar en maak me uit de voeten. Die kom ik toch nog wel een keer tegen, de etappe van vandaag heeft namelijk niet zoveel mogelijkheden. Vanaf mijn pauzeplekkie gaat het richting Orbigo. Voor de kenners zowel Hospital de Orb ... als Villares de Orb ... De eerste is een normaal stadje, de tweede benader je echter over een prachtige Romijnse brug. Onderweg kom ik toch weer Goldie tegen. We lopen nog een heel eind samen op, voornamelijk omdat voorbij lopen van andere pelgrims zeer lastig is op dit stuk. We hebben veel gemeen en het is best gezellig. In Sanitibáñez de Valdeiglesias nemen we samen nog een koffie en ik maak me tijdig uit de voeten. We zien elkaar waarschijnlijk wel weer in Astorga, ons einddoel voor vandaag. Via grindpaden gaat het heuveltje op en af. In de verte zie ik een groepje mensen in witte kleren en het lijkt wel een groepje nonnen. Dichterbij blijken het Fransen toeristen te zijn die de Camino op de welbekende manier afleggen. De lichte kleding blijken regenjassen en regencapes. Het weer ziet er misschien ook niet geweldig uit maar zolang het droog is neem ik nog geen maatregelen. Omdat ze ergens blijven kletsen kan ik ze voorbij. Onderweg naar Astorga tref ik weer een gewiekste beunhaas met voeten in de kleur van het zand waar hij op loopt. Hij woont in het ernaast gelegen kippenhok en leeft van wat komt aanwaaien. Hij had gisteren dus een goeie dag kunnen hebben. Hij heeft van alles en nog wat en nodigt iedereen uit zijn kraampje te bekijken. Neem wat je wilt. Nou ben ik niet flauw maar in dit geval beperk ik me toch maar tot alles wat nog verpakt zit. Wat pruimen, kersen en een hard gekookt ei. Na een donatie kan ik weer op pad. Naast de tuin van de kleine zelfstandige staat een luxe touringcar met Frans kenteken te wachten op zijn klanten. Ik vervolg mijn weg richting Astorga. Deze gaat verder over het bekende grindpad en loopt lastig. Na een uurtje verschijnt in de verte de dubbele toren van de kerk van Astorga. Voor de afdaling er naartoe kom ik bij een gedenkteken. Dit blijkt het stenen kruis van Santo Toribio zegt mijn handboek. Loopt lastig lijkt me en begrijp waarom ze er een gedenkteken voor hebben opgericht. Ervoor staat een dame die duidelijk op zoek is naar iemand die haar wil fotograferen bij het stenen kruis. Ik heb ook haar al eerder ontmoet en herinner me haar omdat ze zingend voor me liep. Ik bied haar mijn diensten aan en zij beloont dat met een foto van mij met het beeld en Astorga op de achtergrond. Even verderop worden we door opa Iglesias met gitaar verwelkomt. Een donatie is ook hier waarschijnlijk welkom maar na heel even de muziekale fruitmand te hebben aangehoord wordt het toch echt tijd te vertrekken. Mijn banaantje dat ik nog van gisteren over heb wordt spontaan zwart en haast is geboden. Wegwezen dus en naar Astorga op zoek naar een bed en eten. De lucht is verder aan het betrekken en ik hoop het droog te houden. Op de voetbrug voor Astorga gaat het op het laatste moment toch nog fout, het begint steviger te druppelen en het is verstandiger mijn regen spullen te pakken hoewel het nog slechts een klein stukje kan zijn. Vlug zoek ik mijn Smits en Lammers jack en wil dit dichtritsen. Maar net zoals op de Pyreneeën wil dit maar niet lukken. Na wat gesakker maar weer snel verder, ik zie wel wat het wordt. Maar het is slechts een klein buitje. Astorga is ondertussen bereikt en ik ga op zoek naar het klooster waar ik vannacht wil slapen. Terwijl ik omhoog loop richting de kerk zie ik ineens de groep Franse pinguïns weer voor me lopen. De bus was dus toch sneller. Ach ja. Het klooster is snel gevonden, evenals een slaapplaats en 3 mede pelgrims op mijn kamer. Dit keer iemand uit Italië die de camino voor de derde keer loopt, een man uit Santa Cruz en een Duitser of Oostenrijker, zover ben ik nog niet gekomen. Ik ga op zoek naar wat eetbaars en morgen de berg op naar Cruz de Ferro, mijn steentje bijdragen. Die heb ik niet terug gestuurd zoals mijn Ostdeutches Mädle mit slechte Laune. Vanmorgen gelukkig weer bergen, ik kan niet wachten. ¡buen camino!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!