Ook morgen schijnt de zon.

Na regen komt, . . . .sneeuw!

Het drogen van mijn natte zooi heeft uiteindelijk nogal wat tijd in beslag genomen. De kachel in het enige barretje in het dorp is de enige mogelijkheid om iets te drogen. Mijn jasje en regenjacky liggen om beurten op mijn benen. Onder het schrijven van mijn verhaal moet ik mijn kleffe bende regelmatig draaien om te zorgen dat het niet te warm wordt. Boven de kachel hangen mijn handschoenen te drogen. Voor de haard mijn handboek en een notitieboekje. Na een paar uur ben ik klaar en is mijn verhaal ook zover dat ik het kan versturen. Alleen heeft de hippytent geen wifi. Waarschijnlijk het hele dorp niet. Het stadje in the middle of nowhere was eigenlijk al uitgestorven en is pas sinds enkele jaren weer enigzins bewoond. Langzaam komen er weer wat meer bewoners vanwege de camino en is de laatste halteplaats voor het Cruz de Ferro. Daarnaast is de eerstvolgende alberge na het kruis eigenlijk helemaal niets, het lijkt mij meer een noodhalte. Als ik erom vraag is het geen probleem om mee te eten in de commune. De tafels zitten vol en tot slot wordt er ook nog eentje van buiten gehaald. Iedereen kan zitten en de kok brengt zijn pannetje binnen. Het ding is ca. 1 meter in doorsnee en gevuld met paella. Er is helemaal niks mis mee. Garnalen, schelpen en al wat je nog meer kunt bedenken is rijkelijk aanwezig. Daarnaast salade en een tweede bordje gaat er achteraan. En natuurlijk de verplichtte rode wijn en stokbrood. Nog een banaantje toe en ik kan er weer even tegen. Er blijken meer eters dan gasten te zijn, zo is het commune gezelschap opgevallen. Ik meld me dat ik eigenlijk illegaal ben maar dat ik dat vooraf gemeld heb. Geen probleem, straks even afrekenen is voldoende. Als ik naar mijn eigen onderkomen vertrek betaal ik mijn warme maaltijd. Ik blijk de enige te zijn geweest die zich gemeld heeft. Anderen hebben wel gegeten maar blijken zo vertrokken. De deur naar de kerk is op slot en even twijfel ik of ik iets verkeerds heb gedaan. Als ik aanklop wordt er gelukkig gewoon open gedaan. Het is buiten stervenskoud en het waait wederom. Vanuit de deur waar ik binnen kom sta je meteen in de hal en tegelijk in de keuken en opslagplaats voor schoenen. Anderen pelgrims zijn nog druk aan het koken. Het is al half negen en eigenlijk begrijp ik het niet. Ook Goldie is juist terug van haar eten in het enige restaurant in de stad. Ik poets mijn tanden en maak mijn bedje maar klaar. Maar daar is herbergpapa niet van gediend, er moet eerst gegeten worden. We vertellen hem dat we al eerder wat op hebben bij andere pelgrims in de bar en het restaurantje. "Niks mee te maken! Hier wordt s-avonds gezamenlijk gegeten." We moeten dus mee aan tafel. Het is een lange tafel waar we met 26 personen net aan kunnen. Er is dan wel geen ruimte meer om je vork naar je mond te krijgen maar het is wel lekker knus. Bij gebrek aan ook maar iets van een warmtebron op zich toch nog heel aangenaam. Ook ik krijg mijn bord pasta én een glas wijn en dan kun je niet meer weigeren. De pasta is eenvoudig maar zeker lekker. Herbergpapa maant even tot stilte want er zal wel gebeden moeten worden verwacht ik. Maar niks hoor, een hele preek met tussendoor "camino" en "Santiago" erdoorheen en na regelmatig stemverheffen een "Saluté!" Proost, herbergpapa is er niet vies van. Ik ook trouwens niet en volgens mij helemaal niemand. Herbergpapa is duidelijk in zijn nopjes met de stemming aan tafel en het is waarschijnlijk het mooiste moment van zijn dag. Iedere dag opnieuw want voor de rest is er echt niets te doen. Eigenlijk een onherbergzaam dorpje dat door een paar fanatiekelingen in stand wordt gehouden en waar getracht wordt er weer wat meer leven te krijgen. Het moet seizoenswerk zijn want in de winter blijft hier geen enkele sterveling met een beetje gezond verstand en zelfrespect op zijn post. Er wordt veel gelachen en er gaat vanalles in het Spaans over tafel. Vooral de spanjaarden onderling hebben veel plezier. De kleine Italiaan uit de douche blijkt toch een Spanjaard te zijn met een groot gevoel voor humor. Het is een half uur lang proosten, eten en lachen. Na wat fruit gaan we toch maar naar bed. Mijn handdoek, shirt en nog wat andere zaken die ik op mijn bed gehangen heb zijn nog net zo nat als toen ik s-middags aankwam. Dat wordt dus niks meer en ik zie morgen wel. Mijn slaapzak doet waar ie voor bedoelt is. Ik wordt wel regematig wakker omdat omdraaien in zo'n ding net zoiets is als het uitwringen van je was. Voor je het weet zit je met de hele zooi in de knoop. Dat wordt dan weer wat rommelen waarvan waarschijnlijk mijn bovenbuurman/-vrouw wakker van wordt maar zo gaat dat nou eenmaal. Als ik s-morgens wakker wordt, zoals iedereen tegelijk, zoek de pot maar even op maar deze blijkt bezet door een Franszoos. Het knopje om de deur af te sluiten zit in Frankrijk waarschijnlijk in de meterkast want hij kan 'm in ieder geval niet vinden. Na de noodzakelijke ochtend rituelen heeft herbergpapa zelfs het ontbijtje klaar. Er is volop heet water en uitgedroogd stokbrood. Daarnaast potjes met oploskoffie, theezakjes en jam. Ook is er boter, stevige boter, niet uit de koelkast maar dat hoeft hier ook niet. Ach, het is iets warms en te eten. Het smaakt goed. En dat alles voor een donatie om de tent draaiiende te kunnen houden. Ik pak mijn zootje bij elkaar en hoop dat het wat beter is dan de dag ervoor. Door de dikke muren en weinige ramen weet geen mens wat voor weer het eigenlijk is. Beroerder dan gisteren kan eigelijk niet, denk ik. Ik beperk me dus maar tot alleen mijn jackie want ik heb beloofd Sandra nog op te halen in haar hotelletje en samen naar het kruis te wandelen. Als er meer gewenst is doe ik dat in de bar wel aan. Ik doe de deur open en ga naar buiten. De deur trek ik achter me dicht . . . Dom dus. Het weer is wat verandert. Zeg maar dat het zo'n weer is geworden waar papa op de camping tegen zijn vrouw zegt dat ze de boel maar moet inpakken want het heeft geen zin meer nog langer te blijven. Van dat weer waarbij zelfs het opzoeken van een binenactiviteit voor de kids nutteloos is geworden. Complete bagger dus! Ik haast me naar de bar en zoek Sandra op. Die heeft geen haast. Ik wel, ik wil weg hier. Weg van de berg en op zoek naar iets warmers. Het gaat vandaag gebeuren realiseer ik me. Ik zal mijn poncho moeten opzoeken en gebruiken. Sandra helpt me met het aantrekken en installeren van mijn draagbare bungalowtent. Zij heeft dat karwei al vaker geklaard en leert me een paar handigheidjes waar ik dankbaar gebruik van maak. Het yoga uurtje van 8 uur slaan we maar over en om een uur of zeven kunnen we op pad. De deur trekken we maar snel achter ons dicht zodat de warmte binnen blijft. De wind hebben we recht van voren, net als de regen en de natte sneeuw. Mijn bril beslaat, wordt nat en ik had net zo goed niks op kunnen zetten. Mijn zicht beperkt zich tot zo'n 2 meter voor me en dan nog slechts gedeeltelijk vanweg mijn capuchon en beslagen bril. De weg omhoog bestaat uit keien en het is een lange weg omhoog. In de berm ligt nog verse sneeuw. Ik probeer een foto te maken maar dat heeft geen zin. Ook de omgeving fotograferen lukt niet. Alles wordt alleen maar natter en moet snel een droge plek krijgen. Mijn handschoenen zijn in korte tijd kletsnat en ijskoud. Ik denk aan een uitspraak van Hans; "Er komen momenten dat je denkt, wat doe ik hier?" Klopt Hans. Maar ik weet dat we verder moeten. Nog verder omhoog naar het kruis. Dit is het hoogste punt van de camino en ligt boven de 1500 meter. Dat bereiken we na een goed halfuur. Ik ben blij dat we er zijn. Sandra is over het probleem van haar teruggestuurde steen heen en heeft besloten een hangertje dat ze al 13 jaar heeft en altijd draagt achter te laten. Het is een mooi alternatief. Ze vraagt me het koord waarmee het om haar hals zit door te snijden en overhandigt me haar vlijnmscherpe Rambo-mes. Het gaat gelukkig goed en d'r hoofd zit nog op de romp. Terwijl ze het neer legt maak ik wat foto's van haar. Daarna ben ik aan de beurt en leg mijn eerste steentje weg voor Maria uit Oostenrijk. Ik heb haar dat gisteren gemaild. Vervolgens mijn eigen steen. Als dit ritueel mijn zonden moet verlichten had ik beter een vracht puin kunnen aanrukken, denk ik nog, maar baadt het niet dan schaadt het niet. Na onze bijdrage gaan we weer snel op pad. Ik wil zo snel mogelijk weg van de bult. Helaas gaat het eerst nog een stukje naar beneden en dan weer omhoog. Het weer blijft slecht. In de verte is er soms wat licht te zien maar daar blijft het voorlopig bij. De weg kronkelt om de berg, de paden zijn slecht begaanbaar en iedereen besluit daarom maar over de asfaltweg te lopen. Vanwege het slechte zicht niet zeer veilig maar de paden hebben weer andere problemen, uitglijden of je enkels verzwikken bijvoorbeeld. We stampen stevig door. Sandra raakt regelmatig wat achterop waarna ik toch maar op haar wacht. In het eerstvolgende dorpje, El Acebo, zoeken we de eerste de beste bar op om wat op te drogen en wat warms te drinken. We kunnen even weer op adem komen. Na de pauze is het toch wat opgeklaard. We besluiten om maar snel op pad te gaan en te profiteren van de drogere periode. Het gaat voorspoedig en we dalen snel af, nu ook weer via de paadjes. Het eerste dorpje slaan we over en ons volgende doel wordt onze tussenstop voor we doorgaan naar Ponferrada. In Molinaseca vinden we een kroegje en het is nog steeds redelijk mooi weer. We nemen een pint en besluiten Uwe te mailen. We hebben besloten een hotelkamer te nemen, onze natte zooi te drogen, en nog liever; te wassen. Uwe is al verder en al vlug reageert hij dat ie iets zal zoeken, hij is al bijna in Ponferrada. Terwijl we nog in de bar zitten krijgen we al reactie, hij heeft iets gevonden. Het adres krijgen we door en we kunnen weer op pad. Hotel Aroi wordt vandaag onze eindbestemming zodat we even orde op zaken kunnen stellen. Uwe komt ons te voet tegemoet en wijst ons de weg naar het hotel. Het is een mooi hotelletje aan een mooi pleintje. Hotel Aroi. €67,= incl. ontbijt op een kamer voor 3 personen. Ik vind op dat moment alles prima. Ik moet wassen en drogen. Ik ruik mijn kleffe zooi en ben zeker niet de enige. Uwe heeft de sleutel al van de kamer maar eigenlijk automatisch wil ik me melden bij de ontvangst. Dat hoeft hier dus niet, niks pelgrimspas of zo. Gewoon naar de kamer. Op de kamer worden we net een stel kleine kinderen. Geen wind door de kamer, een bad en een douchkop die aan de muur hangt, tandenborstels, shampoo en grote handdoeken, een toilet en bidet. Eigen bedden! Uwe stelt voor ze op te stapelen zodat we nog een beetje pelgrimsgevoel overhouden. Het is gewoon even lekker en belangrijker, warm en droog. Na een geweldige douchebeurt zoeken we de wasserij in de buurt maar eens op. Het reclamefoldertje ligt op de kamer. Onze vuile zooi kan ook wel eens een fatsoenlijke wasbeurt gebruiken. Uwe en ik nemen deze taak op ons. Ik zoek alles wat maar enigzins een sopje kan gebruiken bij elkaar en binnen de kortste keren is mijn rugzak leeg. Enkele minuten verderop vinden we een wasserij, zo eentje waar je zelf je plunje moet zien schoon te krijgen. Volgens de reclame is dat in een half uurtje gepiept. We zijn benieuwd. Als we binnen komen zijn we natuurlijk redelijk onwennig. Ik al helemaal omdat ik echt geen verstand van wassen heb. "Hello Simon, how are you?" klinkt het ineens. Goldie zit ook in de wasserij. Ze blijkt vandaag ook voor een hotel te hebben gekozen en zit ook nog eens in dezelfde tent als wij. Toeval of hulp van bovenaf? Een vrouw en mijn kans denk ik, die gaat het zootje voor ons regelen. Mooi niet dus. Ze kent het eigenlijk ook niet en verwijst ons naar een engels sprekende Portugees, woonachtig in Spanje, ook wel genoemd, de eigenaar. Een aardige gast en binnen de kortste keren hebben we de hele garderobe van ons drieën in de grootste trommel (15 kilo) Voor 6 piek is het spul in 30 minuten gewassen. Temperatuur? Weten wij veel. Doe maar 40 graden. Da's warm en we denken niet te heet. Bont? Alles is bont, ook al is wit geen kleur! Ik ben kleurenblind, aan mij heb je dus toch al niets. Terwijl het machine zijn werk doet zoeken wij de bar maar op. Daar moet op gedronken worden! Eén pintje wel te verstaan want we moeten op tijd terug zijn. Het spul moet namelijk ook nog in de droger waar we ook allebei geen Käse van gegeten hebben. De Portugeese Spanjaard met engelstalig onderricht vertel ik dat mijn Wijffie wel zou weten hoe zoiets werkt. Ik dus niet. Maar hij helpt ons wederom snel op weg. De trommel draait 27 minuten en dat geeft ons tijd om wat kleine inkopen te doen. We zijn weer op tijd terug en de droger is nagenoeg klaar. Een paar minuten later springt ie open en we kunnen kijken of het iets is geworden. Gelukkig lijkt alles nog de juiste maat en kleuren te hebben. We sorteren de was en vouwen die zo goed en zo kwaad als het gaat maar op. Don Pedro dreigt een foto naar Wilma te sturen en ik gun hem dat genot. Nadat we klaar zijn lopen we terug naar het hotel maar beseffen plotseling dat we nu een serieus probleem hebben. De was ruikt fris en niemand in Santiago gelooft ooit dat we pelgrims zijn die vanuit Frankrijk zijn komen lopen. Met een beetje geluk treffen we dus nog een paar broeierige dagen zodat ze me weer van verre kunnen ruiken. ¡buen camino!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!