Ook morgen schijnt de zon.

Mijn doel dankzij de medicijnman.

We eten in 's-avonds in een mooi restaurantje in het dorp. Vooraf heerlijke spaghetti, gevolgd door de zus van gisteren. Of te wel, een heerlijk mals stukje rundvlees van een kalf dat na maanden dartelen in de wei mijn bord als eindbestemming heeft gekregen. Heerlijk mals! En als laatste Tarte de Oma. En ook die mag er wezen maar geen aanrader als je aan de lijn doet.

Als we terug komen in de herberg blijken we nog altijd de enige 3 op onze kamer voor 8 personen. En omdat we uit voorzorg deze keer zelf al een bovenbed in beslag hadden genomen wordt bij terugkomst eerst de inrichting maar aangepast. Mijn matras verhuisd compleet met lakens, dekbed en kussen naar een benedenverdieping en we hebben alle 3 een eigen bed.

Vanochtend heeft Bob de koffie in samenwerking met een struise Duitse ook zo klaar. En omdat we de dag ervoor ook inkopen hebben gedaan zit er vandaag een ontbijtje in met smeerkaas en worst. En om verder niets nutteloos mee te moeten zeulen wordt het overige brood gesmeerd voor onderweg. We kunnen goed voorbereid op pad.

En opnieuw zijn de weersverwachtingen zeer wisselvallig. Zon lijkt vandaag zeker uit den boze en de regenjas gaat voor alle zekerheid maar aan. Fonsagrada zijn we snel uit en het gaat zoals beschreven in ons Handbuch, Berglein auf und ab. In eerste instantie redelijk eenvoudig maar al snel gevolgd door de eerste serieuze beklimming. Er zullen er vandaag nog wel meer volgen.

We hebben gisteren de provincie Asturias verlaten en bevinden ons nu in de laatste provincie, Galicië. En om het onderscheid wat te verduidelijken staan de schelpen die de richting van de route aangeven voor het gemak precies andersom. De ene provincie ziet de schelp als verzameling van de diverse routes die uiteindelijk in Santiago samen komen. De andere provincie ziet de schelp als de verspreiding richting het heelal. Het zal allemaal wel, het is gewoon verwarrend en ze willen volgens mij gewoon apart zijn!

Maar goed, we moeten dus weer klimmen. En na een lange afdaling bereik ik de eerste bar. Koffie op zijn tijd en even rust. In de bar zitten dan alleen nog maar de 3 Finnen die we al eerder zijn tegen gekomen. Een heeft er iets van een relatie met een van de 4 Spanjaarden die we al kennen van een eerdere herberg. Samen onder de douche en zo.

Maar wij hebben in een herberg gelegen die 2 kilometer verder lag en onderweg zijn we ook al diverse andere pelgrims voorbij gelopen die in de andere herberg hebben geslapen. Ze blijken gisteren te zijn doorgelopen naar deze tweede herberg omdat ze dachten dat de herberg waar wij in sliepen een hotel was. Eten kon je er ook niet dus ze moesten zelf iets meenemen. Lachen toch, het stond gewoon in het foldertje dat overal lag!

Kortom, we zijn de meeste al voorbij gelopen en zitten weer bijna als eerste aan de koffie. Een van de Finnen is deze keer aan het spouwen (zijn maat een week of wat eerder) en hij vermoed dat ie iets verkeerds heeft gegeten.

Na de koffie en een zumo kunnen we weer op weg. Er volgt een stevige afdaling, een korte klim en een kleine afdaling. En na 6 kilometer zitten we weer aan de volgende klim. En deze keer; eentje waar ik mijn tanden op stuk moet bijten. Dit is denk ik de zwaarste klim tot op heden! steil en uiteindelijk stop ik om even op adem te kunnen komen. Hans en Bob volgen en na een tweede etappe bereik ik een tussenplateau. Het is even wat vlakker en gaat via de openbare weg. Hans en Bob zijn uit het zicht verdwenen en ik ga op mijn eigen tempo verder. Een tweede klim volgt, iets minder steil maar lang en zwaar. De zon is ondertussen wat gaan schijnen en mijn jas moet echt uit. De stoom komt uit mijn oren. Mijn jas en shirt zijn kleddernat. Zo'n Goretex jas is geweldig, hij kost een vermogen maar ik verzeker je dat ie niet tegen een beetje zweet bestand is. Uit het kreng en ik leg hem binnenste buiten te drogen op een struik. Zelf kom ik maar wat op adem en zie weer wat droog te worden. Na een kwartiertje kan ik weer op weg, zonder jas deze keer want de zon gaat het winnen, zo lijkt het. Van Bob en Hans is er nog altijd geen spoor te bekennen en ik ga dus maar alleen verder, die komen wel en ik wacht wel in de eerste de beste bar.

Het laatste stuk is nogal eens genomen en ik kan uitrusten in de bar. Ik ben niet de enige pelgrim in de bar, er zit er nog eentje meer en die kijkt me met smekende ogen voor een gesprekje aan. Ik heb hem nog nooit gezien en vraag hem dus of hij ook de klim achter de rug heeft. Niet dus!

En da's gek, hoe kom je dan hier, vliegend? Maar nee hoor, hij loopt tegen de richting in. Even later komen ook Hans en Bob binnen en als ik hen voorstel aan Heinrich is dus de eerste vraag van Hans: "Dan kom je zeker ook uit Frankrijk!" Lekker hè, zit ik in een interessant gesprek, weet ons talenwonder meteen de toon te zetten. Iemand uitmaken voor Fransoos, dat doe je niet.

Maar ik weet de zaak onder controle te houden en vraag hem wat in vredesnaam iemand bezielt om nou net tegendraads te lopen. En dat blijkt een reden te hebben, gelukkig!

Hij heeft een burnout gehad want hij maakte veel te veel uren. Hij bleek een workaholic, net als zijn vader. En om de boel weer een beetje op de rit te krijgen heeft hij een paar jaar geleden vanuit Zwitserland naar Santiago gelopen. En dat heeft hem zo goed gedaan dat ie meteen zijn baan opgezegd heeft. Daarnaast is ie weer met zijn ouders in contact gekomen en is gescheiden van zijn vrouw. Hij heeft alle schepen achter zich verbrand en dit is nu zijn leven. Hij is geen workaholic meer, maar een walkaholic, volgens eigen zeggen. Geweldig hè, . . .

Maar waarom dan tegen de richting in? Nou, zegt ie, dan heb je geen einddoel. Inderdaad. Ik knik veel begrijpend en er gaat maar één ding door mijn kop; "Idioot! Je werk opzeggen. . .?"

Na deze verhelderende ontmoeting kunnen we weer op weg. Mijn wandelmaten liggen op te drogen in de dappere zon en je ruikt ze bijna niet meer. We kunnen dus weer op weg.

De rugzakken gaan weer op. Eventjes bultje op en af en dan naar beneden, op weg naar Cádavo-Baleira. Alleen de naam al maakt de wandeling uitdagend. Terwijl we afdalen betrekt de lucht alweer. Ik krijg last van mijn knie en weet dat ik voorzichtig moet worden. Ik denk dat ik hem gisteren ergens verkeerd gedraaid heb want ik heb er de meeste last van als ik me omdraai of mijn been strek. Mijn tempo wordt daarom maar wat lager. Nog een week moet ie het volhouden en dat gaat ie ook doen!

We bereiken het dorpje en voor sommige andere pelgrims wordt dit meteen hun eindbestemming. Zij gaan niet verder en willen hier overnachten. Wij gaan echter nog 8 kilometer verder zodat we morgen een kortere wandeling naar Lugo hebben en Hans en Bob willen graag wat van de stad zien.

We zoeken eerst maar eens een bar op. De lucht begint nu echt te betrekken en we willen niet in een bui terecht komen. Onder genot van een cola bespreken we ook maar even het probleem van mijn knie. En onze medicijnman is in het bezit van een ruim assortiment aan medicatie. Ik weet het nog niet zeker maar Epo en bloedtransfusies heeft ie waarschijnlijk ook in zijn assortiment. Zijn advies: een Imbuprofen. En net als met mijn voet, waar het overigens heel goed mee gaat, is zijn vaktechnisch onderbouwd oordeel; "Zolang er geen bloed uit komt is er ook geen enkele reden om te stoppen." Kijk, daar heb je tenminste iets aan. Verstand van zaken!

Na het toedienen van de juiste docering aan medicamenten kunnen we weer op pad. Maar dit keer niet zonder dat we eerst de juiste voorzieningen treffen. Het is ondertussen namelijk stevig gaan regenen en er zal, na controle op internet, voorlopig ook geen eind aan komen. Mijn bungalowtent en de spatlappen van Hans komen weer voor de dag. Ook Bob en Hans bereiden zich voor op een lange wandeling door de regen. De Spaanse bargasten zitten het spektakel op hun gemakkie aan te kijken en ik weet wat ze denken. Ik zou hetzelfde namelijk hetzelfde denken als ik thuis lekker droog aan mijn pilsje zat en een paar Spanjaarden zag vertrekken. Vul zelf dus maar in.

We kunnen op weg voor de laatste 8 kilometers. De regen blijft aanhouden, wordt zelfs erger en ik pak me volledig in. Uiteindelijk valt de klim die we nu hebben mee maar het weer veranderd van regen in hagel. Mijn tent zit potdicht en binnen houd ik het redelijk droog. Buiten is het een heel ander verhaal maar met iedere stap komen we dichterbij. En zoals altijd wordt het uiteindelijk ook weer minder en klaart het wat op. De capouchon kan af en ik ben blij dat het matglas in mijn bril langzaamaan weer helder wordt. En in tegenstelling wat ik verwachte komt er geen klim meer, een fijne meevaller.

We bereiken Castroverde mooi op tijd en zouden naar verwachting eigenlijk de eerste moeten zijn, afgezien van een eenzame Duitser die over de weg loopt en daarmee stukken afsnijd en daarnaast zijn kleren brandschoon houd. Maar vremd genoeg blijken er al meerdere pelgrims gearriveerd. En wie komen we als eerste tegen? Inderdaad, likdoorn 1; Storm. De hele dag niet gezien maar hij is al binnen. Alles gelopen zegt ie want hij zat in de herberg waar alle anderen ook zaten dus hij lag voor op ons. En dat is op zijn zachtst gezegd héél vreemd omdat de Finnen in het eerste barretje al hadden verteld dat er niemand voor hun vertrokken was. Maar goed, hij zal wel gelijk hebben, toch. Maar ook een spontaan Frans echtpaar waar bijna geen geluid in zit heeft al een bed bemachtigd. Zij eten nergens mee, koken denk ik zelf en zitten vaak samen aan een glaasje wijn te genieten van elkaar. Wilma, waarom doen wij dat nou nooit? Nee hoor schat, wij begrijpen elkaar wel beter. Gelukkig!

En na het territoriaal vastleggen van mijn slaapomgeving kunnen we op weg naar het centrum van de stad alwaar we het bruisende leven van deze Spaanse enclava willen mee beleven. Het centrum is snel gevonden, de stad blijkt echter nagenoeg uitgestorven. Afgezien van de plaatselijke smid met slijptol die in zijn beleving een tractor hersteld, is er voor de bevolking weinig vermaak. We doorkruisen deze van noord naar zuid en van west naar oost en komen na 6 minuten tot de conclusie dat er echt niet veel verwacht mag worden van dit zootje ongeregeld. Na een pintje in een bar en een zak chips bij de lokale brandstofleverancier gaan we maar tijdelijk terug naar de herberg waar we ons inschrijven. De tent is nagenoeg vol en mijn strategisch opgehangen vuile was heeft zijn werk tot dat moment gedaan, er ligt namelijk nog altijd niemand boven mij.

Het is maar afwachten of dit zo blijft want herbergmama is niet van plan de tweede slaapzaal die decherberg reik is open te gooien als er nog meer gasten komen. En oh ja! Om tien uur gaat de deur op slot en de lampen uit. Het is maar dat we het weten.

Morgen Lugo. En als is nodig is een pilletje van onze medicijnman om me daar te krijgen. Er vloeit nog geen bloed dus er is ook geen reden me ongerust te maken.

¡Buen Camino!

Reacties

Reacties

Fried

Ik blijf me niet herhalen, bundelen dit verhalengebeuren!!x

Mark

Succes de volgende etappes.

joop

Sterkte

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!