Ook morgen schijnt de zon.

Als een kind zo blij

Als we gisteren even boven Christchurch rechtsaf slaan zijn het laatste kilometers van die dag. Nog een stukje en we staan in Leithfield. Het is een klein gehucht bestaande uit één weg en een camping en ligt lekker uit het zicht van alles en iedereen. Het voldoet aan bijna alle eisen voor een horrorfilm waar ’s-nachts de bevolking op strooptocht gaat bij een stelletje onnozele toeristen. Er stonden ook al geen foto’s van op CamperMate, de App voor de doorgewinterde camperplaats. We begrijpen enigszins waarom. Zodra we uitsappen is de eerste opmerking van Wil dan ook “ Ik zou de caravan maar gesloten houden

De camping baas is niet meer aanwezig. Er hangt een papiertje en we mogen zelf een plek zoeken en de volgende dag afrekenen. Dus de camping op en de aanwijzingen op het papiertje gevolgd “Rechtdoor en aan de rechterzijde zijn geschikte plaatsen.” Dus wij de camping op en doorgereden tot we aan het eind eindelijk wat plekken vonden in een uithoek. Camping Oranje zou hier een goede benaming zijn. Dus dat wordt hem niet. Terwijl we terug rijden zien we vlak voor de uitgang een perfect veld met een paar prima plaatsen en nog vlak bij de wc’s ook. We worden begroet door onze buren, een Bourgondisch echtpaar die ook niet zouden misstaan op eerder genoemde camping. De flessen bier staan op tafel en pa heeft een atletisch figuur, bestaande uit een joggingbroek. Ze maken meteen duidelijk dat ze geen herrie verwachten na half elf. Ik stel hem gerust dat dat niet het geval zal zijn en vertel dat ze de volgende dag om 07.30 u. van harte welkom is voor een gezamenlijk gebed. Ma begrijpt het, pa heeft er moeite mee.

Daar de ochtendrituelen kunnen we op pad. We hebben geen plan want er komt niets bijzonders wat we moeten zien. Dus we rijden maar richting en noorden zien wel wat het wordt. De eerste stop is een gedwongen stop vanwege het vele verkeer achter ons. Bij de afslag is ook een oude renbaan te bekijken. Dat staat tenminste aangegeven op het officiële bruine bord langs de weg. Moet dus interessant zijn denken wij. Nou, niet dus. Omgekeerd en weer verder.

We stoppen uiteindelijk bij Hanmer Springs. Dit stadje is vergelijkbaar met een Oostenrijks skidorpje en erg toeristisch. Het heeft verder niks bijzonders en na een kop koffie, geld pinnen en mijn vriendschap met een poedeltje vertrekken we maar weer. Via CamperMate hebben we ook een aanbieding ontvangen, wildwater varen met een jet-boat. Normaal NZ$ 123,50, nu met 60% korting. En omdat we toch geen andere verplichtingen hebben besluiten we te kijken of dit iets is.

We melden ons bij het kantoortje zeggen dat we komen voor de aanbieding. De eigenaar meldt dat hij een afzegging heeft voor 13.00 u. maar het perfect zou zijn als we om 15.00 u. mee zouden willen. Omdat het 12.50 u. is en we nog verder willen rijden gaan we toch graag nu. Dat is verder ook geen probleem en de watjes onder ons trekken de aangeboden regenjas aan. Ik zelf zeg in mijn beste Nieuw Zeelands dat “real men” daar niet aan mee doen. De skipper knikt bevestigend en blijkt uit hetzelfde hout gesneden. We zitten helemaal op dezelfde lijn. Na ook nog een reddingsvest te hebben ontvangen kunnen we naar de boot. Die ligt een meter of 25 lager en is te bereiken via een pad van losse stenen. Aan de zijkant zit een touw waar je je aan vast moet houden om niet te vallen. We dachten al een paar dagen geleden de steilste weg ter wereld te hebben gezien, dan moet dit toch wel de steilste onverharde weg van de wereld zijn. Maar we bereiken ongeschonden de waterkant. De boot kan 17 klanten en de kapitein mee nemen. Wij zijn de enige klanten en hebben de boot voor ons zelf en kunnen eerste rang zitten. We begrijpen dat ie dus liever had gehad dat we met de groep van 15.00 u. waren mee gegaan en rekenen er op dat de tocht wel wat zal worden ingekort, hoewel hij er ook op stond dat we zijn “bedrijf” zouden adviseren. We zijn benieuwd.

Het is een fel groene boot en heeft zelfs een spoiler achterop en het ziet er degelijk uit. De rivier staat erg hoog. Het heeft de laatste dagen geregend en de rivier stroomt wild dus dat deel van de toer zit wel snor. Nu die jet-boat nog. De kapitein start de motor en het beest begint indrukwekkend te brommen. We krijgen een veiligheidsinstructie; handen binnenboord, niet gaan staan, en als hij boven zijn hoofd een draaiende beweging met zijn hand maakt gaan we draaien, rap draaien dus. Vast houden is het devies en brildragers wordt geadviseerd niet achterom te kijken. Overdreven misschien . . .

We kunnen van start en de trossen gaan los. Onze kapitein geeft gas en de motor komt direct vol op toeren. De motor . . . Dat zijn 2 V8 motoren die per seconde 300 liter water door een pijp van 9 cm persen. En dat is veel water, héél veel water in een héél korte tijd. En de boot is dus ook meteen op snelheid. Het gaat hard, zeg maar gerust akelig hard! De boot heeft voldoende aan 30 cm water en op snelheid is 15 cm voldoende. Dat betekent dat ie dus zo’n beetje overal kan varen waar ie wil zolang het niet op steen lijkt. En dat gebeurt dus ook. Vol gas rakelings langs de rotsen, onder bomen en door stroomversnellingen. Dit is te gek!!! En na een stuk vol gas zwaait ie met zijn hand en ligt de boot evenzo snel andersom en volgt een sproeibui. We liggen meteen stil en “Of we het naar onze zin hebben?” vraagt ie. Omdat we nog niet helemaal uit gelachen zijn begrijpt ie dat ie zich niet hoeft in te houden. Dus de tocht gaat nog een heel stuk verder. Ondertussen probeer ik ook wat foto’s en filmpjes te maken maar weet meteen ook dat ik er geen Oscar mee ga winnen. De boot stuitert over het water en bij elke klap lijkt het of hij over de keien vaart. Maar volgens onze coureur is zijn boot daarop gebouwd en we vertrouwen hem maar. Op de weg terug wordt een aantal keren gestopt en krijgen we uitleg over van alles en nog wat. Na 50 minuten zijn we weer terug en als kinderen zo blij dat we dit gedaan hebben. En tot slot, belofte maakt schuld; Amuri jet in Hanmer Springs. Moet je doen! (En wij zijn ook op de website geplaatst)

Nadat de Mount Everest weer is beklommen en we weer op adem zijn gekomen kunnen we verder. Een advies van de kapitein voor een leuke camping op zak. Het wordt een goedkope campingplaats aan het water van Lake Rotoroa, zonder stroom maar alle tanks zijn leeg of gevuld dus dat is geen probleem. Maar ook geen internet, en da’s dan weer wél lastig.

Onderweg stoppen we nog voor een kop koffie en iets te eten, bij een heuse truckstop. En broertje, familie en vrienden van me, daar staan tenminste echte vrachtwagens voor echte chauffeurs. Dus daar moet ik dan toch ook even mee op de foto. En alsof dat niet al mooi genoeg is mag ik er ook nog in gaan zitten. Zo’n kind gun je toch een Kwatta.

Kortom, een te gekke dag ondanks dat er weinig te zien zou zijn.

Till next time.


Reacties

Reacties

moeder

het was weer een spannende onderneming.maar zorg wel dat jullie weer heelhuids thuiskomen

Marian Lijs

Lijkt me Super gaaf!

Mart

Foto's!!! Ik heb ze niet.....

Bij gebrek aan internet volgen de foto's en filmpjes een dag of wat later.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!