Ook morgen schijnt de zon.

Ook ik kan dus niet alles vooruitzien.

Gisterenavond heb ik gegeten met Ans uit Didam. Leuk gezelschap en ze heeft de camino orginale of zoiets gelopen. Veel minder georganiseerde reisjes en de originele weg. Maar wel veel leuker. Ze kent beide routes en vond deze laatste het mooiste. Komt dat effe mooi uit, dan heb ik volgend jaar weer wat te doen . . .
Ik heb eigenlijk geen honger maar bestel toch maar wat. Pasta salade vooraf en varkensdinges met pommes erachteraan. De pasta salade is niet wat ik gehoopt had. Het lijkt wel een salade voor op toastjes, erg machtig. De pommes die daarna volgt is nauwelijks gebakken. Alleen de varkensdinges zijn OK. Ik laat het maar daarbij want mijn maag stribbelt tegen. Er is iets binnen gekomen waar ie nie kapot van is. Het is zelfs zo erg dat ik mijn wijn maar niet op drink en mijn bed op zoek. Morgen wil ik weer op tijd op pad. De laatste loodjes.

Om zes uur ben ik wakker. Mijn maag is weer op orde. Op de slaapzaal wordt al driftig gerommeld. Ik ga er maar uit en heb zelden zo'n drukte gezien. Het lijkt wel of iedereen vandaag als eerste weg wil, ze doen d'r best maar. Ik kleed me aan, zoek mijn spullen bij elkaar en trek mijn schoenen aan. Ondertussen zie ik ook dat de bar van de alberge al open is. En ik trakteer me eerst maar eens op een bakkie koffie en een zummo. Banaantje erbij voor onderweg en voor € 3,60 kan ik weer op pad. Het is ondertussen wel zeven uur geworden.

De koffie hielt nogal wat in dus wat later dan gewenst ga ik op pad, Ik volg zoals gewoonlijk trouw de pijltjes. Even buiten Olveiroa sta ik ineens bij het geweldige stroompje dat ook Hans op zijn weblog had staan. Het is geweldig mooi en ben blij het gevonden te hebben. Daarna gaat het via paden met geweldige vergezichten door een stil en afgelegen gebied. Ik ben alleen, geweldig! Alle haastige pelgrims zijn me voor en uit het zicht. Ook achter me is er niemand te bekennen. Maar wat is de route schitterend! Op veel plaatsen kan ik de te volgen route van verre al zien liggen. Op de bergen naast me staan de windmolens weer. Het geluid van de draaiende wieken komt ver maar stoort verder niet. De heuvels zijn prachtig begroeid met naaldbomen, zowel jonge als oude aanplant. Maar het wandelt schitterend en na anderhalf uur bereik ik het plaatsje Hospital. Belangrijk is deze plaats op de route omdat hierna de eerste 14 kilometer lang geen rustplaats meer te vinden is. Maar mijn koffie van vanmorgen is nog niet gezakt en ik besluit daarom maar om verder te gaan. Ik heb drinken genoeg en ook nog mijn banaantje. Ik overleef het wel.

Verder dus, landinwaarts, weg van de bewoonde wereld. Via prachtige paden loop ik hoog boven een diep dal met een rivier onderin. Ondertussen komt de zon ook verder boven de bergen uit en alles is mogelijk. En het ziet er goed uit. Uiteindelijk bereik ik de top van de berg. Er staat een groot rokend gebouw. En als ik zeg een groot gebouw dan bedoel ik ook een groot gebouw. Wat het is besef ik me eerst niet totdat ik me herinner dat mijn handboek voor de architectonische pelgrim hier ook al over schreef. Het is de ijzerfabriek, het enige schoonheidsfoutje in de verre omtrek. En mijn handboek heeft wederom gelijk, dat ding hoort hier niet. Maar het is niet anders.

Even na de ijzerfabriek komt ook de voorspelde splitsing. Hier maak je de keuze voor Muxia of Finisterrre. Mijn keuze wordt, zoals bekend Finisterre.
Even zoeken wat de bedoeling is maar al snel vind ik de juiste route weer. Via de weg naar links en even verderop opnieuw richting binnenlanden. Wat is het hier gigantisch mooi. De rust, de omgeving, het is eigenlijk niet te beschrijven. Echt niet !
Ik wandel op mijn gemakkie door, geen haast, geen lastige stukken, gewoon lekker wandelen op een prachtige zaterdagochtend. Dat laatste moest ik wel eerst even opzoeken want besef voor dagen ben ik ondertussen helemaal kwijt. Ook dat blijkt ineens een genot. Het besef dat niets meer van belang is. Ik wil en heb ook maar een ding gedaan; volop genoten de laatste weken zonder besef van dagen.
Via een prachtig landschap kom ik uit bij het volgende kenmerkende punt op de route naar Finisterre. In mijn handboekje voor de genietende pelgrim wordt een kruisje geplaatst in het verloop van de route. De kenners weten dat dit een kerkje betekent. Voor de geïnteresseerde pelgrim betekent dit dat ie ook zijn boekie weer eens moet raadplegen. Ik lees dat er een bron bij het kerkje moet zijn. Het water is goed voor zogende vrouwen en moederdieren. Er hoeft dan wel niet gevoed te worden maar het kan natuurlijk nooit kwaad. Ik vul mijn veldfles daar waar ik kan maar ditmaal niet hier bij de kerk. Er is geen bron te vinden. Wellicht binnen maar de deur is op slot en ik moet dus maar verder. Ik red me ook zo nog wel.
Een kwartiertje later is het onieuw prijs. Wederom een kruisje op mijn route. Dus weer een kerkje met alles wat daarbij hoort. En ook in dit geval een bron. Goed voor . . ., je gelooft het niet, reuma, wratten én pijnlijke voeten! Wat die kwakzalfers bij ons allemaal al niet verzinnen aan nieuwe pillen en zalfjes. Bronwater is de remedie. Ik zeg; korten die gasten op 'r salaris! Weg uit de ziektenkosteverzekering en allemaal aan het natuurlijk bronwater. Wie volgt?
Hier is gelukkig dus wel een werkende bron. Ik loos mijn fles met daarin sterk naar chloor ruikend leidingwater en vul hem met heilzaam bronwater. Vervolgens tutter ik het ding eerst half leeg en vul hem daarna opnieuw. Ik vol, de fles vol. Laat nou dat laatste stuk maar komen!

Ik ben weer snel op weg, wat anders? En het blijft een geweldige route. En dan even verderop, de eerste keer dat de Atlantische oceaan duidelijk herkenbaar zichtbaar wordt. Bij gebrek aan medepelgrims tijd voor een selfie. En na enige tijd komt dan ook eindelijk de voorspelde afdaling naar Camiño Chans, mijn eerste koffiepauze. Het pad naar beneden is steil en bestaat uit keien. Slecht voor de knieën en nog meer belangrijk, oppassen. Je struikelt gauw en het is zeker niet de eerste keer dat ik mijn tenen stoot aan een grote kei. En bijna lukt het me om hier voorover te vallen, maar het gaat gelukkig nog net goed. Het zal me gebeuren dat ik hier nog effe gauw mijn poten breek zeg.
Na ruim 3 uur wandelen bereik ik dan toch Camiños Chans. Een pauze heb ik dan wel verdient en ik neem er de tijd voor, met zoals gebruikelijk, koffie en een zummo naranja. Honger heb ik niet en mijn apenvoer zit nog in mijn rugzak. Maar het is wel weer effe lekker om mijn voeten even rust te gunnen, of je nou genezend bronwater bij je hebt of niet.

Na mijn pauze blijft mijn jasje uit. De zon is doorgebroken en het is prachtig weer. Helder, geen wolken en de wind is weg, trouwens net zoals de gele pijltjes waar ik inmiddels zo vertrouwd mee ben. De route wordt ineens erg onduidelijk. Er staat nog af en toe een pijl maar dan houdt het weer abrupt op. Zowel een Spaanse medepelgrim als een Japans echtpaar dat ik al dagen tegenkom hebben er moeite mee. Gelukkig worden we veelvuldig op de juiste weg geholpen door bewoners op straat of vanaf een balkon. Je loopt ook hier duidelijk niet alleen. Uiteindelijk volgt er een grote pijl op een muur. Hij wijst naar een smal pad ernaast. Andere mogelijkheden zijn er trouwens ook niet. Wat volgt is een zware klim. Zo eentje waar ik nou net niet meer op gerekend had. Mijn handboek overigens wel. Voor mijn gevoel zou het alleen nog lekker wandelen worden langs de kust. Hooguit nog een klimmetje omhoog maar dat moet dan ook alles zijn, dacht ik. Nou, mooi niet dus. Een colletje van het bergklassement volgt. De klimmers mogen hun best doen. Mijn shirt was eindelijk weer droog, na 10 minuten niet meer. En geen oceaan meer te zien. Het is frustrerend.

Uiteindelijk wordt toch de top bereikt. Een eindje verderop verwijst een bordje gelukkig weer naar de afdaling. Wat later komt de oceaan ook weer in zicht. Het was een stevige maar korte klim en hij is ook weer snel vergeten. Ik maak mijn afdaling naar beneden en moet opnieuw opletten niet te struikelen. Het zou eens makkelijk gaan zeg. Na een tijdje is de oceaan weer duidelijk aanwezig. Ik zie een meter of 20 verderop een dame op een rotsblok zitten. Ze ziet me niet aankomen en ineens niest ze hard. Ik ben al kortbij en roep in overduidelijk Nederlands; "Gezondheid" Ze schrikt, kijkt om en zegt; "Dank u" Ze blijkt ook Nederlandse, da's lachen. Haar vriendin zit wat verderop. Ondertussen is Finisterre weer dichterbij en duidelijk in zicht en ik vraag dus of ze me op de foto willen zetten met het eindpunt op de achtergrond. Geen probleem natuurlijk en met mijn trofee in mijn zakken kan ik verder.

Ik vervolg mijn afdaling, nog één afsnijding en ik bereik Finisterre. Even een stukje links naast de openbare weg en dan de route volgen. Maar ik zie het strand nu naast me liggen. De boom in met dat alwetende handboek! Ik wil strand! Geen ongelukkige paden meer op of onmogelijke afdalingen. Zand, heerlijk zacht, vlak! Zoek het maar uit! Even verderop ligt Finisterre en ik zoek geen pijltjes meer. Met de muziek van Whitin Temptation op mijn oren is dit het ultieme genieten. Zowel de muziek als ik gaan voluit. De volle 100% genieten en de kriebels over mijn rug. Dit maakt zoveel goed. . . . . . . .

Als ik even later toch mijn gouden handboek voor de tevreden pelgrim erop na sla blijkt dat we het toch wel eens waren. De laatste twee zinnen waren; "Via een mooi kustpad bereikt u het 2 km lange zandstrand. Wandel tot het eind en dan linksaf het centrum van Finisterre in". En laat ik dat nou precies gedaan hebben. Mijn handboek wist het en mag hierna dicht. Het ligt vanaf dinsdag voor iedereen ter inzage, mocht je twijfelen over de inhoud.

Finisterre heb ik bereikt. Mijn verklaring moet ik nog halen. Opnieuw op zoek dus naar het bureautje. Onderweg wordt ik aangesproken door lieftalige dames met advies voor een alberge. Nee meid, ik zoek "el officina touristica". En ook daar hebben ze advies over. Slechts 10 meter verder, de straat over steken, bij de alberge. En inderdaad, de straat in en het eerste gebouwtje rechts. Er staan mensen bij de ingang en het blijkt het begin van de wachtrij. Aansluiten dus maar. En het gaat langzaam. En als ik zeg langzaam, nou dan is het ook langzaam. Er zijn 6 personen voor me en die worden keurig een voor een afgewerkt. Het is een rij en even zitten is er niet bij. De voeten kunnen dus niet omhoog. Met nog 2 wachtenden voor me hoopt een pelgrim zijn verklaring te kunnen ophalen. Veel gebrabbel in diverse talen komt er uit het hokje waar de verklaringen worden afgegeven. "No comprendé" is het enige wat er door de pelgrim geantwoord kan worden. Hij blijkt Russisch en snapt er niets van. Meerdere mensen gaan er zich mee bemoeien en proberen het de Rus duidelijk te maken. Hij heeft simpelweg geen 3 stempeltjes over de laatste route en krijgt dus ook geen verklaring. Hoe simpel kan het zijn, denk je dan. Maar ook ik moet gaan tellen. En ook de nog wachtenden voor en achter me gaan maar eens controleren of het klopt. Niemand heeft me vertelt dat je er drie moet hebben.
Een "por favor" van medepelgrims voor de Rus helpt er ook niet aan, hij heeft niet genoeg stempeltjes en ontvangt geen verklaring. "Ga niet door start en u ontvangt geen € 20.000,=" is het eerste wat ik denk.
Mijn voorgangers en ook ik beschikken over het juiste aantal stempels. Ik ontvang mijn verklaring maar het heeft wel effe geduurt.

De vuurtoren die nog 3 kilometer verder ligt en die ik eigenlijk ook nog wilde opzoeken bekijkt het daarna maar. Je kunt misschien ook nog wel de vurtoren in of weet ik veel wat er nog mogelijk is. Voor mijn part kan iedereen de boom in. Ik zoek een pint en wacht op mijn bus naar Santiago! Het is mooi geweest.
Tegenover het busstation zoek ik een barretje en de voetjes mogen een uurtje omhoog en ik heb mooi de gelegenheid mijn verhaal voor vandaag vast te leggen. De bus is er op tijd en vertrekt, zoals verwacht, te vroeg. Het maakt me niet uit, ik was op tijd en kan dus mee naar Santiago.

Vanavond nog een alberge of hotelletje. Morgen op tijd met de snelbus naar Porto. Dat is tenminste mijn planning op het moment dat ik dit schrijf.

Maar ook ik kan niet alles vooruitzien. De reis terug naar Santiago gaat voorspoedig. Mijn verhaal is klaar en voor vijf uur ben ik al in het busstation van Santiago de Compostella. Toch maar even vragen waar de bussen naar Porto morgen vertrekken. De buschauffeur weet het niet, hij verwijst me naar boven om het daar even te vragen, daar zit de informatie.
OK naar boven dus maar, ik heb voldoende tijd nog om een bed of iets van slaapplaats te vinden in de stad. Ik weet nou eenmaal graag vooraf wat me morgen te wachten staat.
Er zijn diverse loketten, ook eentje van Alsa. Die ken ik want dat zou de organisatie zijn waarmee ik in Porto kan komen. Meteen maar een ticket kopen en vragen waar ze vertrekken. Dat lijkt me makkelijker en ben ik morgen tenminste op tijd weer hier.
"Morgen 12.00 uur; complet!!" is de reactie van de lokettiste. "Wat zegt u?" Maar ik heb het goed begrepen. Morgen zit mijn geplande bus al vol. Alleen de bus van 18.00 u heeft morgen nog plaats. Valt dat nou effe tegen, daar heb ik nou helemaal geen zin in. Een andere mogelijkheid is vandaag om 18.00 u.
Dan die maar. Dus vandaag ga ik van Finisterra naar Santiago én naar Oporto, Portugal. Overigens had ik vanuit hier ook met de bus naar Nederland gekund. 24 uur reizen en je bent thuis, mooi om te weten voor de volgende keer, schat.
Vanavond arriveer ik om een uur of negen in Porto en ga op zoek naar een onderkomen voor de komende twee dagen.

Zondag en maandag neem ik een snipperdag.

¡buen camino!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!