Ook morgen schijnt de zon.

Burgos is ingenomen en geplundert

Iedereen loopt in een ander tempo. Daardoor loop ik mensen voorbij en wordt net zo goed ook ingehaald. Gisteren liep ik onderweg in op wat pelgrims. Terwijl ik dichterbij kwam viel het op dat ze erg klein waren. In eerste instantie had ik het idee dat het lilliputters waren maar toen ik dichterbij kwam bleken het twee kinderen. Beide stevig gebouwd en met een rugzak op. In de dichte nabijheid verder niemand te zien. Opvallend in ieder geval. Terwijl ik korter bij kom besluit ik een foto te maken. Een komisch stel, zijn druk in gesprek en hebben veel plezier. Het gaat niet snel en mijn eerste gedachte is dat ze misschien een schoolreisje hebben. Ze zijn zo in gesprek dat ik voorbij loop zonder ze te storen maar 2 meter verder roept het meisje voluit "buon camino" en ik groet ze terug. Nadat ik uiteindelijk in mijn herberg ben aangeland en mijn tablet heb opgeborgen nadat ik mijn verhaal van die dag klaar heb komt er een moeder binnen met de 2 kinderen. Het is ondertussen bijna 17.00 u. Er is helaas geen plaats meer in de herberg en ze besluit in het hotelletje een kamer te nemen. Verder lopen heeft geen zin. De herberg en het hotelletje zijn van dezelfde eigenaar, allebei erg klein en liggen tegen elkaar. Eten en de bar vind je in het hotelletje. Ik probeer al geruime tijd verbinding met het internet te krijgen maar het wifi heeft problemen. Dat gaat vanavond dus niet meer lukken. Ik zal Wilma bellen, dat wilde ik toch al. Er staat maar één tafeltje in de kleine ruimte van het hotel en naast me komt een krokodil zitten. Ik schiet in de lach. Het is de jongen. Ronnie heeft ook zo'n pak. Hij zoekt een stopcontact om zijn telefoon en gameboy of zoiets op te laden. Hij is zeer spontaan en we raken aan de praat. Hij spreekt prachtig engels en hij blijkt uit Australië te komen. Ik vertel hem dat ik hem 's-middags ook al ben tegen gekomen en dat mijn zoon ook zo'n zelfde pak heeft. Nee geen krokodil, maar een dinosaurus. Lachen! Als ik hem vraag of hij ook de camino loopt zegt ie dat dit al de tweede keer voor hem is. De volledige 800 km? Inderdaad. Vorig jaar heeft hij hem met zijn vader gelopen, dit jaar met zijn moeder. Gescheiden ouders verwacht ik, maar dan nog. 2 keer de camino op die leeftijd. Hij is zeker nog geen 15 jaar oud. We proberen zijn laders aan de praat te krijgen en ik vraag hem over de vreemde aansluitingen. Engels zegt ie, ze zijn namelijk ook in Engeland geweest. Hij weet waar hij het over heeft met de stopcontacten en verloopstekkers. Ondertussen komt ook zijn moeder beneden en ik vertel haar over mijn ontmoeting van vanmiddag met haar kinderen. Ze vertelt dat ze waarschijnlijk een stukje verderop liep. We lachen om zijn pak en vertel natuurlijk over Ronnie zijn pak. Ronnie is dus 25, haar kinderen ergens tussen de 10 en 14 jaar. Ik laat de foto van vanmiddag zien en vond het heel speciaal. Ze heeft zelf een foto van de kinderen in pak, bovenop de berg vandaag. Het was er koud en de pakken waren lekker warm. Veel mensen hebben er foto's van gemaakt. Ook haar dochter komt aan tafel zitten. Moeder was wat ongerust omdat ze buiten liep. Ze waarschuwt haar dochter dat ze in een vreemd land is en in de buurt moet blijven. Ook het meisje vertelt me over haar wandeling van de camino. Beide lopen met hun moeder de volledige route, in korte etappes. Absoluut respect heb ik hiervoor. Lilly aait de poedel van de hoteleigenaar, een teddydog noemt ze hem. Leuk beestje. Ik laat mijn foto van Lucky zien en vertel dat ie er helaas niet meer is. De kinderen heten Lilly en Morgan vertelt moeder. Morgan heeft de camino dus vorig jaar met zijn vader gelopen. Haar man had een hersentumor en wilde de camino lopen en deed dat dus met zijn zoon. Vanaf Sarria (de laatste honderd kilometer) hebben zij en haar dochter zich bij hun gevoegd en hebben de tocht mee uitgelopen. Ze komen uit Brisbane en na het bericht van de hersentumor hebben ze alles verkocht om de laatste tijd gezamenlijk door te brengen in Europa. Hun spullen staan ergens opgeslagen. Ze zijn na de wandeling naar Santiago ook nog in Parijs en Engeland geweest. En daar is haar man gestorven. Onderling hebben ze daarna besloten de volledige camino nog éénmaal te lopen. Ik heb het er moeilijk mee en het is effe slikken. Ik duik daarom maar in mijn glas bier, maar dit keer niet van de dorst. De volgende morgen ben ik wederom als een van de eerste wakker. Om kwart voor zes ben ik een keertje als eerste op weg. Het is nog donker buiten maar ik weet het begin van mijn route weer vlug te vinden. Vanaf de hoofdweg gaat het een onverhard weggetje in. Het is zeer stil en er is verder niemand te bekennen. Het weggetje bestaat uit een zeer ongelijke rotsbodem en ik moet goed opletten waar ik loop. Wat verderop staat een kudde schapen bij elkaar en als ik dichterbij kom worden er een paar ongerust. Ik probeer ze zo rustig mogelijk voorbij te lopen en het blijft daarom bij wat geklingel van de bellen die ze dragen. Mogelijk ligt er ook een hond bij bedenk ik me en neem voor alle zekerheid ook een van mijn wandelstokken maar in mijn hand. Je weet maar nooit maar het blijft gelukkig rustig. Zo blijft het ook tot het langzaam weer licht wordt. De tocht begint met een stevige klim. Boven aan staat een kruis en ik vervolg in mijn weg langs het hekwerk dat mijn pad en het militaire oefenterrein van elkaar gescheiden houdt. Na de top volgt de afdaling en ik kom tenslotte op een verharde weg richting Burgos. Er is nog altijd niemand te bekennen. De weg naar Burgos is volgens vele saai omdat deze door een indstriegebied gaat. Ze willen liever de bus nemen naar Burgos. Zo ook Franka uit Nederweert met wie ik gisteren gegeten heb. Misschien dat het daarom zo rustig is (en verder ook blijft) Mijn handboek voor de beginnende pelgrim geeft echter ook een alternatieve route aan. Ik besluit daarom het voorgestelde alternatief maar te volgen. En daar blijkt helemaal niets mis mee. Ik volg de route en loop tegen een hekwerk aan. Het is het vliegveld van Burgos. Komen ze nou mee aan! De route naar Santiago staat dan wel duidelijk aangegeven maar het had me wel een mooi pokkeneind sjouwen kunnen besparen. Zul je straks zien dat ze er ook eentje hebben in Santiago de Compostella . . . De weg naar Burgos is verder inderdaad niet spectaculair. Veel verkeer en ik wil ontbijten in Castañares, een dorpje net voor Burgos. Helaas heeft de plaatselijke barkeeper een kater want de tent is nog gesloten en ben ik genoodzaakt door te lopen. Mijn voeten denken er af en toe anders over. Uiteindelijk loop ik via een armoedige wijk Burgos binnen. Om kwart over negen heb ik dan toch koffie. Helaas geen wifi dus ik kan nog altijd niets versturen. Verder dus maar weer. Ik had me voorgenomen wat inkopen te doen. Mijn (reserve) wandelbroek die ik 's-avonds draag is om de een of andere reden wat aan de grote kant. Ik snap er niks van. En ook mijn garderobe is niet helemaal wat Wilma zou wensen. Kortom, mijn avond-ensemble moet worden aangepast. Op mijn strooptocht door Burgos ontdek ik wat wandelstokken in een etalage. Bij binnenkomst lijkt het wel op een militair depot. Nagenoeg alles is in camouflage kleuren. De eigenaar staat zijn tijd te verouwehoeren met een klant. Ik verken de winkel dus zelf maar eens en ontdek dat er van alles en nog wat te koop is. Zowaar ligt er ook nog een afritsbroek op een tafeltje maar deze blijkt helaas ook te groot. De eigenaar hoort plotseling de aloude vertrouwde peseta's weer rinkelen en wordt actief. Achterin vind hij nog een juiste maat broek, en nog afritsbaar ook. De eerste trofee is binnen. Dan nog maar een schot voor de boeg richting Don José; toevallig ook nog ergens een T-shirt of zo? En verdomd hij heeft iets, zelfs in gewoon blauw. Trofee 2 is binnen. Nog maar wat verder zoeken en ik ontdek een machinegeweer. Even overweeg ik het ding voor de gein mee te sjouwen, dat moet toch geinig zijn om daarmee een Alberge binnen te lopen. "Setzen und ein Zimmer!" Wedden dat er dan plek is. Maar goed, ik laat hem natuurlijk maar liggen en ontdek nog wel een slaapzak van 350 gram. En dat is trofee nummer 3. De buit is binnen en ik kan op jacht naar wat shampoo en zeep. Beide zijn zo gevonden en voor bijna 10 euro kan er zelfs een gratis pakkie kauwgom vanaf. Ik zoek de route weer op en zie een mega supermercato. Omdat het altijd mogelijk is ergens te belanden waar je alleen maar kunt slapen besluit ik op zoek te gaan naar van die kant en klare noodle soep/maaltijd. De winkel is gigantisch en nadat ik dus werkelijk alle paden heb gehad ontdek ik bij de kassa mijn survival kit. Tenminste dat denk ik. De pakjes zien er hetzelfde uit als bij ons en voelen ook hetzelfde. Het is iets met curry en de gebruiksaanwijzing is in het Spaans. Tres minutos en nog wat bla bla, het zal wel. In geval van nood heb ik toch wat. Na mijn laatste trofeeën is mijn rugzak echt wel vol en vertek richting uitgang Burgos. Op mijn vlucht uit de drukke stad kom ik langs de Kathedraal van Burgos. Het is de enige plaats waar ik andere pelgrims tegen kom. Maar eerlijk is eerlijk, de kathedraal is prachtig. Hij lijkt net uit de steigers te zijn gekomen. Ik twijfel nog om te stoppen en even binnen te kijken. Ik moet echter ook nog wat eten en wil uiteindelijk slapen buiten de stad. Ik bewonder dus alleen de buitenkant. De Sint Jan is ook mooi en ik ga daar wel een keer kijken. Adios Burgos. Op de stadsgrens vind ik een hotelletje en het wordt tijd om wat te eten. Het wordt koffie en een punt van een "taart" die ze altijd warm maken. Ik heb het al een paar gezien en ben benieuwd wat het is. D'r heeft ook nog niemand liggen spartelen na het eten ervan dus het zal wel vertrouwd zijn. Je moet alles een keer proberen, hé Ronnie! Nadat het ding in de magnetron is opgewarmd gaat de eerste hap naar binnen. Het blijkt aardappeltaart. Best wel te eten maar wat flauw en ach, het vult in ieder geval én ze hebben wifi. Mijn bericht en foto's kan ik eindelijk versturen. Na Burgos moet ik nog ruim 10 kilometer naar de eerstvolgende Alberge. Het gaat voorspoedig en ik bekijk de faciliteiten van mijn toekomstig nachtverblijf maar even in mijn handboek. En of de duvel er mee speelt hé, alleen slapen en een 1 schelp kwaliteit. Da's zelfs voor pelgrims niet veel soeps. Alleen slapen, verder niets. Vlug bekijk ik mijn mogelijkheden. De eerste is verder lopen naar het volgende dorp, da's maar 3 kilometer en dus nog een half uurtje stappen. Maar de kans is groot dat de tent vol zit tegen de tijd dat ik daar aankom. En verder ga ik echt niet meer. Tweede optie, de armoetent opzoeken en mijn eerste survival pakket aanslaan. Ik ben uiteindelijk ook ondertussen de trotse bezitter van een slaapzak. Maar gezien de waardering in mijn handboek verwacht ik zelfs geen douche. Ik wandel door en zie aan de rand van Tradajos een reclame voor een nieuwe Alberge in het gat. Dat wordt hem dan maar, een douche, bed en warm eten. Meer wens ik niet. De Alberge blijkt verbouwd. Het is een oude fabriek. Als ik binnen kom en de eetzaal in loop waar de familie op dat moment zit te eten sta ik ineens op een grote glasplaat. Eronder ligt een stroompje en zijn de oude fundering etc. zichtbaar. Het ding is splinternieuw en prachtig. Een overnachting kost wel 7 euro meer maar daarvoor heb ik een bed mét dekbed en een super de luxe douche met sproeikoppen van alle kanten. We liggen met 4 personen op een kamer maar stopcontacten in overvloed. De goden zijn me gunstig gezind vandaag, dit wordt hem. Mijn nieuwe slaapzak moet maar effe wachten, dus. ¡buon camino!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!